Skip to main content

Overwegingen

Op deze pagina vind je overwegingen van pastor Herwi Rikhof. Hier kun je de inspirerende woorden uit de mis rustig nalezen en laten bezinken.

Preek voor Kerstmis 2024 nachtmis en dagmis 2024

Is het niet een beetje naïef, dat moto voor het jubeljaar dat vandaag begint, ‘pelgrims van hoop’ ?
Goed, in Rome zijn allerlei monumenten opgeknapt, vaak tegen de verwachting in klaar, om die
miljoenen pelgrims te kunnen ontvangen. En in Parijs is de Notre Dame door die grote brand bijna
compleet verwoest, na vijf jaar restauratie toch weer open en is het weer een van de mooiste
kathedralen in Frankrijk geworden. Maar toch: dat motto ‘pelgrims van hoop’ is toch meer dan een
reclame slogan voor bezoek aan een stad of een monument.

Was het niet een beetje naïef dat motto dat wij de afgelopen advent ook als ons motto hebben
gekozen om ons hier voor te bereiden op dit kerstfeest? ‘Pelgrims van hoop’. Goed, wij hebben dat
motto maanden geleden gekozen, hoog zomer was het toen, en de verkiezingsstrijd in de VS nog in
volle gang, maar de oorlog in Oekraïne en in het Heilig Land en in Soedan duurde toen ook voort
zonder veel uitzicht. Hoop?

Is het niet een beetje naïef ‘pelgrims van hoop’ ook op het prentje te zetten dat u straks krijgt
uitgereikt, een van de mooie tradities die we in onze kerk hier hebben. Is er de laatste maanden en
weken niet zoveel gebeurd in de onze samenleving en in de samenleving wereldwijd dat weinig hoop
geeft. De oorlogsdreiging, een nieuw ijzeren gordijn, landen ook in Europa waar het gezag van
rechters, wetenschappers, journalisten ondermijnd wordt, geen echte besluiten om adequaat te
reageren om de opwarming van de aarde met alle gevolgen van dien. En het weer werkt de laatst
weken ook niet mee. ‘Pelgrims van hoop’?

Er pleit inderdaad veel tegen dat motto. En als ik eerlijk ben, heb ik niet zo vaak zo’n donkere,
pessimistische Kerst mee gemaakt als dit jaar. De tekst die we net hebben gehoord van de profeet
Jesaja klinkt eerder hol dan hoopvol. ‘Een volk dat in het donker wandelt ziet een groot licht’. ‘Het
juk dat zwaar drukte, de stok van hun drijvers hebt gij stuk geslagen.’ Dat mag dan misschien in
Syrie gebeurd zijn, maar er is nog te veel onzekerheid of het nieuwe bewind het volk niet een nieuw
juk op zal leggen. Dat zal ook niet de eerste keer zijn.

Maar voor ik dat motto weg doe als onrealistisch, als een vergissing, moet ik even stil blijven staan
bij de hoop en goed luisteren naar wat wat in ons geloof daarover gezegd wordt, moet ik niet min of
meer klakkeloos overnemen wat men onder ‘hoop’ verstaat, in de maatschappij, in de media. Lef
hoop en trots. Want, dat heb ik de afgelopen jaren vaker en vaker ontdekt, wat ‘men’ zegt of denkt
komt niet altijd naadloos overeen met wat in onze rijke geloofstraditie gezegd en gedacht wordt. En,
ik heb in de afgelopen jaren ook vaker en vaker ontdekt, dat die rijke geloofstraditie van ons
meerstemmig is en soms verrassende inzichten bevat.

Tot een van die inzichten behoort ongetwijfeld wat de apostel Paulus zegt over geloof, hoop en
liefde. Paulus schrijft aan christenen die pas christen geworden zijn, die pas gedoopt zijn, en die nog
moeten ontdekken dat de normen en de waarden van dat nieuwe leven niet automatisch de normen
en waarden van de maatschappij rondom zijn, dat de normen en waarden van het geloof soms of
zelfs vaak anders zijn. Terwijl die boodschap van Paulus eeuwen lang niet in alle scherpte geklonken
heeft, omdat in de maatschappij het christendom dé godsdienst was, en de normen en waarden van
het geloof als het ware de normen en waarde van de maatschappij waren, kan die boodschap van
Paulus nu weer in alle scherpte klinken, omdat in onze maatschappij geloof niet meer
vanzelfsprekend is, en de kerk al helemaal niet meer.

Paulus praat over geloof, hoop en liefde als de drie wegen, de drie levenswijzen die ons het dichts bij
God brengen. Later worden die drie wegen ‘deugden’ genoemd, houdingen waardoor we iets haast
vanzelfsprekend doen en met gemak en met plezier. Een houding die ons eigen geworden is, een soort tweede natuur. Paulus noemt de liefde de grootste van die drie. Dat is een inzicht geworden dat tot de kern van het christendom, van ons geloof hoort. Die kern is dus niet allerlei voorschriften
volgen, niet je strikt houden aan regels of keurig kleuren binnen de lijntjes. De kern is ook niet koste
wat het kost carrière maken of rijk worden, maar de liefde die, zoals Paulus dat ook zegt, die alles
verdraagt, alles gelooft, alles hoopt, alles duldt (1 Kor 13,7).

Maar er is een interessante stem in onze traditie die een ander accent legt bij die drie: geloof hoop,
liefde. Die niet de liefde de belangrijkste laat zijn, maar de hoop. Het is de stem van de dichter Ch.
Peguy, die in de eerste weken van de eerste wereldoorlog gesneuveld is. Een paar jaar daarvoor had
hij een lange tekst over de tweede deugd, de hoop geschreven. Uit die lange tekst heb ik een paar
zinnen gekozen voor het kerstprentje van dit jaar. Bij een van die zinnen wil ik stil blijven staan: “De
hoop is een klein meisje van niks in de wereld gekomen op Kerstmis van het vorig jaar.”

Een klein meisje. Peguy maakt hier gebruik van een oude gewoonte om geloof hoop en liefde als
drie zussen te zien. Hij speelt met dat beeld en maakt er twee volwassen vrouwen van en een klein
meisje. Als je die drie ziet, denk je dat die twee volwassen vrouwen dat kleine meisje bij de hand
hebben en haar meenemen. Maar, zegt Peguy, als je goed kijkt zie je dat dat kleine meisje die
anderen meetrekt, in beweging brengt, omdat de hoop met de toekomst bezig is.
Met dat in het achterhoofd zie ik dat in de liturgie van Kerstmis, maar dat geldt ook voor Pasen en
Pinksteren, teksten over de toekomst gelezen worden. Natuurlijk worden op die feesten ook teksten
uit het verleden gelezen zoals vannacht over de volkstelling van keizer Augustus en de geboorte van
Jezus in Bethlehem, maar ook dat visoen van Jesaja over dat rijk van God gebouwd op recht en
gerechtigheid tot in eeuwigheid. [Zoals in de afgelopen vannacht over de volkstelling van keizer
Augustus en de geboorte van Jezus in Bethlehem, en vanmorgen de diepzinnige meditatie van
Johannes over het Woord dat vlees geworden is en onder ons heeft gewoond, maar ook dat visioen
van Jesaja over de terugkeer van God] En, als ik er verder over nadenk, ontdekt ik dat een doel
waarnaar ik streef, naar waar ik op weg ben, ook een oorzaak is, dat wil zeggen ook bepaalt wat ik
doe of laat. Om in de toekomst iets te bereiken, moet ik nu iets doen of laten. Als ik volgend jaar net
langs de kant wil staan, maar meelopen in de Zevenheuvelenloop moet ik dagelijks trainen wel tot
een van mijn goede voornemens maken. Mar ik vermoed daat het wel bij goede voornemens zal
blijven.

Dat kleine meisje hoop, dat kleine meisje van niets, is geboren op kerstmis. Op Kerstmis. We hebben
het feest waarop we de geboorte van Jezus vieren Een pas geboren kind is altijd klein. Een
pasgeboren kind is ook altijd kwetsbaar en dat kwetsbare is nog versterkt doordat dat kind Jezus niet
in een veilig thuis geboren wordt en in eigen wiegje wordt gelegd, maar op een plek voor dieren ter
wereld komt en in een voerbak gelegd wordt. In de eerste prefatie van de advent die we de afgelopen
weken gebeden hebben, wordt dat treffende verwoord: die eertijds kwam kwetsbaar en klein. En dan
wordt er aan toegevoegd: het werk van uw genade heeft voltooid. Wij mensen beginnen altijd klein.
God ook. Dat is een van die andere inzichten uit onze rijke traditie die niet strookt met wat vaak
over God gedacht wordt. God als een macht boven ons, als een almachtige hoog en breed van ons
vandaag, ongenaakbaar, onaantastbaar. De menswording Gods corrigeert dat beeld drastisch en
dramatisch. Midden onder ons, een van ons, kwetsbaar en klein. De menswording Gods hoort
natuurlijk bij het geloof en hoort ook bij de liefde, maar misschien wel het meest bij de hoop. In elke
eucharistie wordt dat gezegd wanneer ik het gebed bid dat bij hoort bij water in de kelk met wijn
doen: water en wijn worden een, gij deelt ons mens-zijn, gij neem ons op in uw goddelijke leven.

Als ik in deze donkere tijden over de hoop nadenk, helpt mij ook een tekst van een andere schrijver.
John Henri Newman schreef na een ziekte, die hem dicht bij de dood bracht, een gedicht over een
klein lichtje. Een fragment uit dat gedicht treft mij altijd weer als ik dat gedicht lees: één stap genoeg voor mij. Hoe graag ik ook de hele weg zou zien, door dat gedicht realiseer ik me dat voor de hoop
als deugd een stap vooruit genoeg is.

De hoop is dat klein meisje dat die ene stap vooruit ziet, en daarin ons meetrekt. Nee, ‘pelgrims van
hoop’ is geen naïef motto. Integendeel. Een heel realistisch motto dat ons leven raakt en maakt.

 

* (tekst dagmis)

Meisje

Wat me verbaast, zegt God, dat is de hoop

Ik kom er niet over uit

Die kleine hoop, dat kleine meisje hoop.

De hoop is een klein meisje van niks

in de wereld gekomen op Kerstmis van het vorig jaar.

Ch. Peguy, (1873-1914)

 

Leid, lieflijk licht, temidden van het duister dat mij omringt,

Leid jij mij voort!

De nacht is donker, en ik ben ver van huis

leid jij mij voort!

richt jij mijn voet; ik vraag niet om te zien

de verre horizon– één stap genoeg voor mij.

J. H.Newman (1801- 1890)

 

Petite danseuse de quatorze ans. E. Degas (1834-1917)

Van dit beeldje bestaan meerdere kopieën, o.a. te zien in Boijmans

van Beuningen.