‘Ben het zout van de aarde en het licht van de wereld’ is de oproep die Jezus, en die doorheen de eeuwen klinkt, meegeeft voor de christenen. Een originele weergave wordt verwoord in de regels van een lied dat ik in Letland hoorde: ‘Bel je grootmoeder die alleen is, en vertel haar dat Jezus is geboren’…Zijn bood-schap is niet louter een opvatting maar een oproep aan ons als gelovigen om daadwerkelijk ‘zout en licht te zijn’. Er van harte mee in te stemmen met ons hart en ons verstand, een uitnodiging om er handen en voeten aan te geven…
Het is met de woorden van Franciscus van Assisi, onder meer van ouders naar kinderen toe, een scheppend bezig zijn. In Letland is het bijvoorbeeld heel gewoon dat ouders en of leerkrachten de kinderen meenemen naar een museum om kennis te maken met de kunst. Soms zijn het eenvoudige kindertekeningen die de aandacht vragen. Ook het oog hebben voor de natuur, de schepping in ‘originele’ zin, is in dit verband de moeite waard. Beiden hebben een bevrijdende en veelal rustgevende invloed ten opzichte van zoiets als een mobieltje…
Kortom, de oproep om ‘zout en licht’ te zijn, is een belangrijk kompas voor een vruchtbaar geloofsleven en het leven überhaupt, zelfs als er een kerk aan de eredienst wordt onttrokken. Immers de oproep van Jezus nodigt allereerst uit tot het zijn van een gemeenschap, met Hem en elkaar. Jezus wil in ons geboren worden, Hij wil in ons hart wonen. Hij is de hoeksteen en wij mogen ons voegen in het bouwwerk van de geestelijke tempel die de Kerk is …
- de profeet Jesaja (58, 7-10 roept op tot naastenliefde en zorg voor elkaar;
- in de 1e brief aan de Korintiërs (2, 1-5) getuigt de apostel Paulus van het kruis van Jezus Christus;
- in het evangelie volgens Mattheüs (5, 13-16) roept Jezus zijn leerlingen op om het zout van de aarde en het licht van de wereld te zijn.
De gebeurtenissen bij de profeet Jesaja spelen zich af tijdens de grote ballingschap in Babylonië, het huidige Irak. De Perzische koningen zijn aan de macht en het rijk van de Chaldeeën is ten einde. Dat betekent dat er meer tolerantie is ten aanzien van het Joodse volk en haar geloof, maar een terugkeer naar Jeruzalem is nog niet aan de orde. En er is sprake van een sociaal en gelovig verval onder de ballingen uit Juda. De handel krijgt de voorkeur boven de gebruikelijke tijd van vasten. De welvaart krijgt de prioriteit ten opzichte van het welzijn van de naasten. Kortom, het ‘ik’ staat meer centraal dan het ‘wij’ van de gemeenschap met God en de medemens. Tegen deze achtergrond klinkt de boodschap van de profeet om terug te keren naar de kern van de Joodse Wet, de liefde tot God en de naaste. In de zorg voor de ander, wordt de verbonden-heid in geloof met Ander of God zichtbaar. De gerechtigheid krijgt dan een plek in de samenleving en het licht van God begint te stralen in de duisternis van de ballingschap in den vreemde. Er komt ruimte voor omvorming en heling naar Gods bedoelingen met in het verlengde hiervan, een terugkeer naar het Heilig Land in de toekomst. Vrij vertaald wordt er weer over de God van Israël gesproken door de kleinzoon en de grootmoeder. Het licht van God is herscheppend onder het volk aanwezig. Dit alles voelt weldadig, barmhartig en rechtvaardig aan…
In het Evangelie gaat Jezus verder met de Bergrede. Afgelopen zondag sprak Hij over zijn pastorale visie. Vandaag geeft Hij zijn apostelen en ook ons, een concrete opdracht mee. Hij gebruikt hiervoor tot twee keer toe een beeldspraak. Allereerst roept Hij hen en ons op om ‘het ‘zout van de aarde te zijn’. Zout geeft smaak aan het eten en het is een conserveringsmiddel. Zo ook in het geloof. Met andere woorden, zij en wij dienen er voor te zorgen dat ons geloof en dat van anderen niet aan kracht verliest door een gebrek aan voeding, daadkracht en of door het te laten verslonzen…
In het verlengde nodigt Jezus hen en ons uit om het ‘licht van de wereld te zijn’. Dit betekent dat ons geloof als een licht zichtbaar dient te zijn voor anderen, dus niet achter de voordeur verborgen maar missionair. Jezus is in die zin iemand van deze tijd waarin er wereldwijd aandacht wordt gevraagd om een missionaire Kerk te zijn. Of in zijn woorden: ‘de lamp moet niet onder de korenmaat, maar op een standaard staan’. Dit houdt in dat onze goede en gelovige werken zichtbaar dienen te zijn. En dan niet om onszelf op de borst te kloppen maar ter ere van God en als voorbeeld voor anderen. Ik denk hierbij aan het voorbeeld van de ouders en of leerkrachten die de kinderen meenemen naar een museum. Zo dient het ook te zijn in het geloof, immers kinderen kunnen veelal niet de weg naar God vinden als zij niet weten wie Hij is, waar Hij woont en laat staan wat zijn bedoelingen met ons mensen zijn…
De apostel Paulus gaat hierop in zijn brief verder. Het geloof dient, zo zegt hij, niet met grote woorden en puur als kennis te worden overgedragen. Nee, eerder door, vanuit onze beperktheid om de grootheid van God en zijn bedoelingen te vatten, ons te laten leiden en inspireren door de Heilige Geest. Tegen deze achtergrond zijn ‘wij’ geroepen om over Jezus en zijn verlossende leven, te spreken en te delen. Dat is: te getuigen van wat Hij in ons leven en van anderen heeft gedaan, net zoals de kleinzoon die zijn grootmoeder belt die alleen is, en haar vertelt dat Jezus is geboren…AMEN
Overwegingen van achter ons liggende zondagen klik hier