Preek voor Pinksteren 18-19 mei 2024  Cenakelkerk

Herwi  Rikhof                                                                                                         Foto Arjan Bronkhorst

Hand. 2 1-11 , Joh 15,26-27; 16,12-15

Misschien is het een afwijking, niet echt gevaarlijk, maar soms wel een beetje kostbaar: dat ik altijd de volledige werken wil hebben. Alle verhalen van Tsjechov en alle romans van andere schrijvers en niet alleen een bundel met een selectie die iemand gemaakt heeft, alle symfonieën of kwartetten van een componist van ik houd, en zeker niet alleen maar het langzame deel van een symfonie of kwartet, ook een complete opera en niet alleen de grote meezing aria’s.

Meestal staat die afwijking me niet al te veel in de weg in de liturgie. Ik begrijp dat we niet een heel evangelie kunnen lezen binnen een viering of een hele brief van Paulus of een heel boek uit het Oude Testament, maar dat we hier alleen maar een klein gedeelte kunnen lezen. Maar ik vind het altijd vreemd als er in de kleine gedeelte geknipt en geplakt wordt. Soms doe ik, om praktische redenen, dat zelf ook wel eens, bijvoorbeeld bij een uitvaart, omdat niet alles past of een bepaald gedeelte wel erg moeilijk is vooral voor mensen die niet echt vertrouwd zijn met de Schrift. Maar liever niet. Problematisch vind ik het, wanneer er geen min of meer praktische reden te vinden is, – te lang of te moeilijk – , maar een of andere, voor mij niet duidelijke reden. Zoals vandaag in de eerste lezing die we gehoord hebben. Want wij hebben niet de versie gehoord zoals die in Handelingen van de Apostelen staat.

Wat we gehoord hebben is op het eerste gehoor natuurlijk wel duidelijk. Een verhaal over verbazing en verwondering. Verbazing over wat daar wat daar met die apostelen gebeurt: hoe die van bange, opgesloten mensen, mensen worden die naar buiten komen en zich durven uit te spreken. Dat was toen verbazingwekkend, dat is nu ook verbazingwekkend. Verwondering over dat die apostelen zich durven uit te spreken en wel in taal die iedereen kan verstaan. Dat was ongewoon, dat is ongewoon, goede communicatie gaat niet vanzelf en zelfs met behulp van allerlei pr-mensen lukt dat niet altijd. Zo eindigt het verhaal hier in de kerk, zo wordt het een verhaal over verbazing en verwondering, duidelijk, herkenbaar, misschien zelfs wenselijk.

Maar in de Handelingen van de Apostelen eindigt het Pinksterverhaal niet met verbazing en bewondering. Daar gaat het nog iets verder. In het verhaal zoals het is opgetekend is in de Schrift staat namelijk ook een andere, een tegenovergestelde reactie en daar eindigt het verhaal zelfs mee. Daardoor krijgt het een heel andere klank krijgt dan verbazing en verwondering: “Maar anderen zeiden spottend: ‘ze zijn zich aan zoete wijn te buiten gegaan’.” In de Schrift eindigt het verhaal dus negatief, of beter gezegd dubbelzinnig, ambivalent.

Het gebeuren van Pinksteren, de werkzaamheid van de Geest, roept dus twee tegengestelde reacties op, en daarmee past het verhaal precies in onze geschiedenis. Dat is uiterst belangrijk. Daarmee wordt de werkzaamheid van de Geest namelijk niet iets uitzonderlijks, niet iets vreemds, maar iets heel gewoons, iets dat past in onze geschiedenis, in onze ervaring van elke dag. Want alles wat we mee maken, roept meestal meerdere reacties op, en bijna altijd tegengestelde reacties. Kijk maar naar de politieke ontwikkelingen in ons land. Voor de een gaat door het nieuwe kabinet dat er gaat komen de zon weer schijnen in Nederland, voor de ander is het extreme duisternis, al mag die term ‘extreem’ blijkbaar niet gebruikt worden. En dat geldt niet alleen voor ons land. Dat geldt voor wat er in de VS gebeurt, in China, in Rusland, in Oekraïne, in het Heilig Land.

Precies omdat die dubbelzinnigheid rond de werkzaamheid van de Geest bij onze geschiedenis hoort, omdat die dubbelzinnigheid kenmerkend is voor alles wat ons overkomt en dus van alle tijden en overal is, past binnen ons geloof ook aandacht voor het probleem dat die dubbelzinnigheid oproept: dat je moet kiezen en dat je daarvoor moet kunnen onderscheiden. Is het enthousiasme van de apostelen echt of zijn ze dronken? En hoe bepaal je dat? Is het synodale proces waartoe de paus ons heeft opgeroepen werk van de heilige Geest of niet, zoals en hulpbisschop beweert. Waren onze besprekingen van het synode-document eerder dit jaar werk van de Heilige Geest of niet? Zijn de antwoorden die de bisschoppen de afgelopen week naar Rome hebben gestuurd werk van de heilige Geest of niet?

Daar is niet een eenvoudig antwoord op te geven. Een antwoord is te vinden in onze grote geloofsbelijdenis, waarin gezegd wordt dat de Geest voortkomt van de Vader en de Zoon. ‘En de Zoon’, Filioque: dat is later toegevoegd in het Westen aan de geloofsbelijdenis die op het Concilie van Constantinopel werd vastgelegd. Die toevoeging ging tegen de afspraken in en daarom is daarover nog steeds een controverse tussen de kerken in het Oosten, die die toevoeging niet kennen en niet erkennen en de kerken in het Westen. Maar die toevoeging was wel nodig, vanwege die vraag: is dit nu werk van de heilige Geest of niet? Die toevoeging en van de Zoon geeft namelijk een criterium. Een criterium dat ook wel inzichtelijk is: dat wat een christen doet of laat moet toch met de Geest van Jezus de Christus te maken hebben, anders ben je geen christen. Vandaag hebben we in het evangelie dan ook gehoord dat Jezus zijn leerlingen zijn Geest belooft als Helper

Een ander antwoord geeft de theoloog Thomas van Aquino. Van hem heb ik geleerd dat je het beste over de werkzaamheid van de Geest kunt nadenken als je over vriendschap spreekt. Dat betekent dat die werkzaamheid van de heilige Geest in een bepaalde sfeer hoort, die sfeer creëert en ook in stand houd. Die sfeer kun je aangeven door wat er niet toe behoort en wat er wel toe behoort. Behoort het tot vriendschap dat je berekenend in het leven staat, voortdurend denkt bij wat je doet: wat levert het mij op, voor wat hoort wat? Behoort het tot vriendschap dat je ruzie maakt, tegenstelling aanwakkert, polariseert? Behoort het tot vriendschap dat je mensen wantrouwt, verdacht maakt, de toeslagen affaire ?

Behoort het tot vriendschap dat je vraagt wat je vriendin of vriend graag wil? En dat zij of hij vraagt wat jij graag wilt, die wederkerigheid? Behoort het tot vriendschap dat het scherpe onderscheid tussen mijn en dijn op allerlei vlakken vervaagt? Behoort het tot vriendschap dat het gemeenschappelijke wij belangrijker is dan het particuliere ik?

Dat zijn retorische vragen. Op de eerste reeks  is het antwoord nee op de tweede reeks ja. En ook verwijzing naar Jezus is in zeker zin een duidelijk en vanzelfsprekend antwoord, maar daar zijn we er niet mee. Met die retorische en vanzelfsprekende antwoorden begint het pas. Moet je nooit denken wat het je oplevert?  Is duidelijk zeggen waar het op staat en zalen niet toedekken zo verstandig? Kun je iemand altijd op zijn of haar blauwe ogen vertrouwen? En, wil je wel echt of omwille van de lieve vrede, moet je niet iets privé houden? Maken al die foto’s en berichten op de sociale media het echt beter?

En die verwijzing naar Jezus roept ook vragen op: welke Jezus? Die van de veeleisende Bergrede, die met Jan en alle vrouw omgaat, de Jezus van de Hof van Olijven en Calvarië, of de rechter over levenden en doden?

We hebben net samen een van de mooiste gebeden van de kerk, het gebed om de heilige Geest gebeden: de sequentie van vandaag. Midden in dat gebed erkennen we dat zonder de geheime gloed van de Geest er niets in ons ons, sine tuo numine nihil est in homine, ‘geen goed in de mens is’ staat in de vertaling die we gebeden hebben. Het is die erkenning van de absolute noodzaak van de hulp van de Geest, die duidelijk maakt dat we moeten blijven zoeken en blijven vragen. Met die verwijzing naar Jezus en met die sfeer van vriendschap maken we eerste stappen, eerste belangrijke stappen, maar we moeten wel verder gaan, en blijven vragen om de Geest, die ons hart kan verlichten.

Kom heilige Geest, vader van armen, gever van gaven, licht van de harten.

Meer nieuws

Nieuwsbrief Zomer met overzicht vieringen van juli tot september

Klik hier om de nieuwsbrief te lezen: Nieuwsbrief Zomer   […]

Catechese voor jong en ouder

Van Bijbelbende tot Leerhuis, het catecheseprogramma dat na de zomervakantie […]

Preek voor de 15de zondag door het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof   Amos 7,12-15 Mc. 6,7-13 ‘Ga goed voorbereid […]

Carla stopt als secretaris

Vorige week heeft Carla Cobussen, secretaris van het parochiebestuur, aangekondigd […]

Preek voor de 14de zondag voor het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof Ez. 2,2-5 / Mc. 6,1-6 Het verhaal gaat […]