Preek voor de Hemelvaart des Heren 9 mei 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof

 

Een feest midden in de week: dat past bij Hemelvaart. Het past bij Hemelvaart omdat het tussen Pasen en Pinksteren in staat, omdat het van beide wat heeft. Vandaag sluiten we in zekere zin de paastijd af: veertig dagen na Pasen: een omgekeerde vasten. Morgen begint de noveen voor Pinksteren, de voorbereiding op dat feest. Hemelvaart staat ertussenin. Hemelvaart is een mengeling van afscheid nemen en opnieuw beginnen.

Eigenlijk een heel gewoon en heel alledaags gegeven: weggaan en ergens naar toen gaan, afscheid nemen en opnieuw beginnen. Helemaal niet zo dramatisch. ’s Morgens stap je uit je bed en kleed je je aan. Je gaat van huis naar school of werk, je gaat boodschappen doen of je gaat sporten, je gaat op bezoek, je gaat van de ene klusje naar de andere. ’s Middags of ’s avonds kom je weer thuis, parkeert de auto, zet de fiets in het schuurtje. Ondertussen zet je je mobiel aan en uit, aan en uit, aan en uit. Dat dagdagelijkse proces van ergens mee stoppen en ergens mee beginnen is zo gewoon dat je het nauwelijks merkt, dat weggaan en opnieuw beginnen. Je merkt het wel wanneer je naar een andere school gaat, een andere baan krijgt, wanneer je ophoudt met werken, of wanneer je verhuist. En je merkt het helemaal wanneer je iets definitiefs meemaakt, wanneer je afscheid moet nemen van iemand van wie je houdt en alleen verder moet. Je merkt het helemaal wanneer je definitief afscheid moet nemen en je er niet op voorbereid bent. Afscheid nemen, afscheid nemen van het verleden, opnieuw beginnen, de toekomst beginnen: het leven zit er vol van.

Hemelvaart is het feest waarin we dat gebeuren van ons leven, dat proces, die voortgang van ons leven weerspiegeld zien en waarin dat gewone, dat alledaagse proces misschien ook een ongekende diepte kan krijgen.

In de eerste lezing vragen de leerlingen Jezus: gaat u in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen? U. Zoals vaker zegt Jezus niet ja of nee, maar geeft hij een reactie waarin duidelijk wordt dat de vraag niet goed gesteld is,. Hij  geeft een antwoord dat ontwijkt én dat dieper gaat. Jezus draait het om: niet ik, maar jullie. Niet het koninkrijk voor Israël, niet een ideaal van macht in een oud patroon, maar getuigen van de gestorven en verrezen Messias en de grenzen over tot aan het einde der aarde.

In onze kerk is dat laatste gesprek afgebeeld op de achterwand. En in de tweede lezing hebben we het slot van het evangelie van Marcus gehoord en een gedeelte daarvan is op hier de voorwand geschilderd. Zoals met alle schilderingen en teksten in onze kerk zijn het en schilderingen en teksten van toen van de leerlingen van toen, én schilderingen en teksten voor nu, voor de leerlingen van nu, voor ons.

Die leerlingen moeten afscheid nemen van hun oude verwachtingen en beginnen aan een ongekend avontuur. Voor dat proces zullen ze de kracht van de H. Geest ontvangen, zullen ze gedoopt worden met de H. Geest. Leerling zijn is blijkbaar voortdurend afscheid nemen en telkens opnieuw beginnen. En die twee kanten zitten in de wijze waarop wij gedoopt zijn en wij dopen. Wij dopen met water en zalven met Geest. Niet alleen water, niet alleen Geest, maar water én Geest. Waarom?

Afwassen, schoonwassen, zeker aan het begin van ons leven bij de doop, maar ook op Pasen bij de hernieuwing van de doopbeloften toen we weer besprenkeld werden met doopwater. Afwassen, schoonwassen is nodig omdat we nu eenmaal niet met een schone lei beginnen, nooit met een schone lei beginnen, omdat we niet in een maatschappij, niet in een omgeving, niet in een familie, niet in een parochie terecht komen waar alles in orde is, maar waar ook altijd zaken scheef gegroeid zijn, waar ook altijd oneerlijke verhoudingen zijn, waar ook ruzie is of is geweest, waar mensen en dingen al beschadigd zijn, waar mensen en dingen al smerig zijn. En we merken dat dat negatieve niet alleen opgaat voor het begin van het leven, maar voortdurend aanwezig is.  Het is dan ook niet voor niets dat we onze hernieuwing van de doopbeloften begonnen zijn met iets af te wijzen.

In een van de eerste teksten over de doop wordt dat heel aanschouwelijk gemaakt. Cyrillus van Jerusalem legt in de week na Pasen aan de pas gedoopten uit wat ze in de paasnacht hebben meegemaakt. Dat ze begonnen zijn in de richting van het westen, de richting van de nacht en zich omgekeerd hebben maar het oosten de richting van de opkomende zon en dat ze door dat omkeren zij zich van het kwaad, van de duivel hebben afgekeerd en dat ook gezegd hebben. Wij hebben dat in onze Paaswake ook gedaan. Niet ons omgedraaid, maar wel gezegd waar we tegen zijn, wat we afzweren.

Dopen met water: dat is dus een teken van het gevoel voor de werkelijkheid, van het aanvoelen van onze besmeurde werkelijkheid. Dopen met water, dat is zoiets als in de auto de beslagen ruit schoon vegen, de ruitenwissers aanzetten zodat je weer kunt zien en verder kunt gaan.

Maar daarmee is het nog niet af, daarmee is alleen ruimte gemaakt, weggedaan, vrijgemaakt. Die ruimte moet ook ingevuld worden, anders ingevuld worden, beter ingevuld worden, de weg die openligt, moet ook gekozen worden, de weg die zichtbaar geworden is, moet ook gegaan worden. En daarom moet ook gedoopt worden met de Geest, met zalf, met olie. Natuurlijk is die olie nodig om ons soepel te laten lopen, om er voor te zorgen dat de dingen die we gekregen hebben, ons lichaam, onze talenten, onze omstandigheden, dat we die niet forceren, dat we die niet laten verroesten. Natuurlijk is die zalf nodig, dat die in de poriën doordringt, zodat het nieuwe niet aan de buiten kant blijft, maar opgenomen wordt. Maar die olie staat voor meer.

In het Oude Testament worden de leiders van het volk van God gezalfd, de koningen, de priesters , de profeten, worden ze met olie gezalfd als teken van de opdracht die ze krijgen om in de Geest van God te handelen. Deze week was het een jaar geleden dat Charles tot koning van het Verenig Koninkrijk werd gekroond, maar hij werd eerst gezalfd achter een scherm. En in onze kerk is het ook een gewoonte om bij de priesterwijding en de bisschopswijding te zalven. Maar het aparte en ook wel uitdagende is dat in onze kerk iedere gedoopte gezalfd wordt. Daarmee wordt aangegeven dat iedere gedoopte op haar of zijn manier, voor zichzelf en voor anderen, die functie van koning, priester en profeet heeft. Dat iedere gedoopte een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van leiding geven, dat wil zeggen richting geven, je eigen leven zelf inrichten, goede keuzes maken. Dat iedere gedoopte een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van de eredienst, van het gebed, van het cultiveren van de omgang met God. Dat iedere gedoopte een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van het verkondigen, het uitleggen, het meedelen en doorgeven.

Die verantwoordelijkheid is vaak niet gemakkelijk. Precies daarom hebben hulp nodig, hebben we de Helper bij uitstek, de heilige Geest nodig. Het is meer dan mooi dat als we hier samen komen om ons te bezinnen op die drievoudige verantwoordelijkheid van ieder van ons we dan doen onder de koepel waarin die Helper zo prominent aanwezig is.

Meer nieuws

Nieuwsbrief Zomer met overzicht vieringen van juli tot september

Klik hier om de nieuwsbrief te lezen: Nieuwsbrief Zomer   […]

Catechese voor jong en ouder

Van Bijbelbende tot Leerhuis, het catecheseprogramma dat na de zomervakantie […]

Preek voor de 15de zondag door het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof   Amos 7,12-15 Mc. 6,7-13 ‘Ga goed voorbereid […]

Carla stopt als secretaris

Vorige week heeft Carla Cobussen, secretaris van het parochiebestuur, aangekondigd […]

Preek voor de 14de zondag voor het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof Ez. 2,2-5 / Mc. 6,1-6 Het verhaal gaat […]