Preek voor de 7de zondag van Pasen 12 mei 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof

1 Joh. 4,11-16 Joh. 17,11b-19

Inleiding
Deze zevende zondag van Pasen is altijd een aparte zondag: de zondag tussen twee feesten, Hemelvaart en Pinksteren. Een wat lege zondag als ik dat zo mag zeggen: de verrezen Heer is er niet meer en de beloofde Helper is er nog niet. En op deze lege zondag horen we Jezus bidden. We horen namelijk op deze zevende zondag elk jaar een ander gedeelte uit wat wel het Hogepriesterlijke Gebed wordt genoemd. Op deze lege zondag vraagt de kerk ons stil te staan bij Jezus’ bidden, met Jezus te bidden.

Preek
‘Kinderen die vragen worden overgeslagen’. Toen ik gisteren even moest wachten, zag ik het tegenovergestelde. Een klein jongetje dat alle aandacht van zijn vader vroeg en het ook kreeg. Net als zijn zusjes mocht hij aanwijzen wat voor snoep hij wilde. En de vader trok dat uit de machine. ‘Kinderen die vragen worden overgeslagen’. Misschien dateert dat echt uit een voorbije tijd, is dat een uitdrukking geworden van een pedagogie die achter ons ligt. Hoe dan ook, het past niet in de goddelijke pedagogie, heeft nooit gepast in de geloofsopvoeding. Als in het evangelie  van Lucas de leerlingen Jezus zien bidden en hem vragen hen dat ook te leren, dan geeft Jezus hen het Onze Vader: allemaal vragen, vragen van kinderen aan de hemelse Vader. En hij voegt er dan aan toe dat wie vraagt zal krijgen en zelfs dat zij, dat wij niet te weinig, te bescheiden moeten vragen, zo lees ik tenminste zijn slotopmerking dat de hemelse Vader zelfs de heilige Geest zal geven aan wie er om vragen. (Lc 11,1-13)

Als we vandaag met Jezus bidden, met hem mee bidden, merken we dat hij ook vraagt, voor zichzelf, maar ook voor anderen, voor degenen voor wie hij zich verantwoordelijk voelt. Wat vraagt Jezus dan? Dat de Vader hen beschermt, dat de Vader hen bewaart, zoals hij, Jezus, dat in de afgelopen jaren gedaan heeft. Waarom is dat nodig? Om een antwoord te krijgen op die vraag moet ik even stil blijven staan bij een term die een paar keer in dat gebed valt: wereld.

‘Wereld’ is zo’n term die van alles kan oproepen: van de grootse beelden uit het heelal waar de wereld een van de planeten is, tot de uitdrukking dat iemand opgesloten zit in haar of zijn wereldje, van een wereldatlas met kaarten van alle werelddelen tot een speeltoneel waarin ieder een rol heeft en zijn deel krijgt. Wat betekent wereld in dit gebed?

Niet die planeet, niet de aardbol, zelfs niet de natuur waar wij vanwege de klimaat veranderingen aandacht voor hebben. Maar eerder de cultuur die wij mensen over de eeuwen hebben geschapen en waarin we leven. De wereld  waar Jezus over spreekt, is de cultuur die wij mensen tot stand hebben gebracht en niet zozeer de schepping Gods.

Maar dat is niet het enige. Wanneer Jezus over wereld praat, praat hij niet neutraal, maar klinkt een oordeel door. En wel een negatief oordeel. Dat is belangrijk. Want als wij cultuur gebruiken klinkt meestal een positief oordeel door, iets van bewondering voor de creativiteit van mensen, iets van een gevoel van schoonheid en dan is een negatief oordeel niet vanzelfsprekend, eerder iets van cultuurbarbaren die geen oog hebben voor kunst, geen oor voor muziek en alles willen wegbezuinigen.

Maar dat cultuur ook een negatieve klank kan krijgen en zelfs terecht heeft, werd mij duidelijk toen ik de vorige week door Noord-Frankrijk op kathedralen-tocht was. Kathedralen: die prachtige uitingen van menselijke creativiteit, de menselijke cultuur op zijn best, kun je wel zeggen. Maar op die tocht werd ik ook geconfronteerd met de sporen van de Eerste Wereldoorlog, niet alleen omdat sommige van die kathedralen toen gebombardeerd en gedeeltelijk vernietigd werden, maar ook wat ik onderweg zag: de grote of kleinere begraafplaatsen met allemaal dezelfde eenvoudige witte kruisjes, de borden naar verzetsmusea, de gedenktekens. Ik realiseerde me dat dat mooie glooiende landschap waar ik doorheen reed, slachtvelden en loopgraven waren geweest. Dat ik die tocht maakte in de week van 4 en 5 mei, versterkte dit alleen maar. En, met wat er nu in onze wereld gebeurt, werden die verschrikkingen uit het verleden niet alleen maar verschrikkingen uit het verleden.

De constatering dat wij de afgelopen jaren, om het zacht uit te drukken, wat naïef zijn geweest over dat negatieve van de cultuur, over die voortdurende aanwezigheid van bedreigingen en verschrikkingen, van het kwaad in onze wereld, wordt nu breed gedeeld. De neiging om dat negatieve begrip van wereld weg te doen als een zwartgallige, pessimistische kijk op de werkelijkheid, – een neiging die ik niet alleen bij mijzelf constateerde – , wordt door wat we nu meemaken in onze samenleving tamelijk hardhandig gecorrigeerd. Dat Jezus ons als laatste bede in het Onze Vader op het kwaad wijst, krijgt een misschien wel onthutsende realiteitswaarde.

Wat vraagt Jezus in zijn gebed dat wij vandaag hebben gehoor? Bescherming voor zijn leerlingen toen en voor zijn leerlingen nu. ‘Bewaar in uw Naam hen die gij mij gegeven hebt’. Maar wat voor bescherming? Jezus zegt nadrukkelijk dat hij niet de Vader vraagt zijn leerlingen, ons, te isoleren, totaal af te schermen. ‘Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt’. Jezus bidt dus niet onrealistisch, maar juist heel realistisch. De leerlingen, wij, kunnen niet anders dan in de wereld zijn. Te denken dat je hoe dan ook die wereld kunt buiten sluiten, is jezelf voor de gek houden. We kunnen niet anders dan in de wereld zijn: dat is wat menselijk leven inhoudt.

Maar wat vraagt Jezus dan wel? Zoals wel vaker in ons geloof gaat het om kleine woordjes. Vandaag om ‘in’ enerzijds en om ‘van’ anderzijds. Wel ‘in’ de wereld, maar niet ‘van’ de wereld. Die tegenstelling geeft in alle kortheid de spanning aan die hoort bij het leven van elke christen. Dat is volgens mij de bescherming waar Jezus om bidt: dat de Vader zijn leerlingen, ons, in die spanning houdt, ons niet weghaalt uit onze realiteit maar ons er ook niet laat opgaan, ons beschermt voor het kwaad daarin. ‘Ik bidt niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad.’

Wat dat kwaad concreet is, is soms duidelijk, maar niet altijd, vaak niet. Daarom is die bede ook belangrijk, is dat gebed van Jezus voor ons essentieel. Dat bewaren, dat verlossen heeft dan niet zozeer te maken met dat kwaad verwijderen – dat zou een veel te gemakkelijk gebed zijn -, maar dat bewaren, dat verlossen heeft eerder te maken met het bewust worden van wat in onze situatie kwaad is en dat niet toe te dekken, maar luid en duidelijk te benoemen, zodat we in de wereld niet van de wereld worden en wij elkaar zo helpen in onze omstandigheden christen te zijn en te blijven.

Meer nieuws

Nieuwsbrief Zomer met overzicht vieringen van juli tot september

Klik hier om de nieuwsbrief te lezen: Nieuwsbrief Zomer   […]

Catechese voor jong en ouder

Van Bijbelbende tot Leerhuis, het catecheseprogramma dat na de zomervakantie […]

Preek voor de 15de zondag door het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof   Amos 7,12-15 Mc. 6,7-13 ‘Ga goed voorbereid […]

Carla stopt als secretaris

Vorige week heeft Carla Cobussen, secretaris van het parochiebestuur, aangekondigd […]

Preek voor de 14de zondag voor het jaar 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof Ez. 2,2-5 / Mc. 6,1-6 Het verhaal gaat […]