Preek voor de 12de zondag door het jaar 2024  23 juni 2024 Cenakelkerk

Herwi Rikhof

Job 38,1.8-11 / Mc. 4,35-41

Inleiding
Uit het boek Job lezen we op zondag bijna nooit: twee keer in drie jaar. Het is ook niet een gemakkelijk boek en het is niet een boek waaruit je makkelijk stukken kunt lezen. Het boek begint met God die de duivel toestaat Job op de proef te stellen. Job verliest alles. Hij beklaagt de dag dat hij geboren is. ‘Waarom’ klinkt telkens. Vrienden van hem die gekomen zijn om hem te troosten geven hun antwoorden, maar Job aanvaardt hun verklaringen niet. Aan het eind is hij zo kwaad dat hij God ter verantwoording roept. En dan komt God zelf aan het woord. God zet Job dan op zijn plaats door de schepping in herinnering te roepen en Job te vragen waar hij toen was. Dat horen we vandaag. Door die combinatie van dat fragment uit Job met het verhaal van de storm dat we in het evangelie lezen, door het Oude Testament samen te lezen met Nieuwe Testament gaan allerlei zaken uit dat scheppingsverhaal meeklinken in het verhaal van de storm en wordt dat verhaal uit het evangelie veel meer dan een verhaal over slecht weer op een meer.

Preek
Ik ben altijd wat verbaasd als mensen, ook intelligente mensen, het verhaal van de schepping in zeven dagen waarmee de Schrift begint, als mensen dat verstaan als een soort rapportage, dat verhaal letterlijk nemen en dat dan verdedigen of afwijzen. Ik ben altijd wat verbaasd omdat in het begin er natuurlijk niemand was om dat te rapporteren. Het is achteraf geschreven. Ik ben altijd wat verbaasd omdat in de tekst zelf allerlei aanwijzingen staan dat het een gedicht is, waarin op een mooie en gelovige manier over onze werkelijkheid wordt nagedacht, waarin verder gekeken wordt dan wat je met je zintuigen kunt waarnemen. Hoe kan op de eerste dag God het licht scheppen en pas op de vierde dag de zon, de maan en de sterren?

Dat verhaal, dat gedicht van de zeven dagen, is een verhaal, een gedicht over chaos en orde, kosmos, over chaos de langzaam tot kosmos tot een mooie orde wordt. Scheppen is dus de chaos beperken, de chaos inperken en de chaos onderdrukken. Maar omdat alles met chaos begint, met woest en leeg, blijft als het ware die chaos onderhuids altijd aanwezig. In een van de psalmen staat ook: als U uw Geest, uw adem weghaalt, valt alles weer terug in chaos en niets. (Ps 104) Schepping is niet alleen maar iets aan het begin, schepping is voortdurend, want voortdurend ligt de chaos op de loer. Dat is minstens éen van de boodschappen van dat scheppingsverhaal, dat scheppingsgedicht.

Dat is, denk ik, een ervaring die we allemaal wel herkennen op allerlei niveaus van ons leven: die ervaring van een dreigende chaos. Als ik geen gras maai of geen onkruid wied, ziet mijn tuin er binnen de kortste keren niet uit. Als ik mijn gelezen emails en digitale kranten niet verwijder op mijn computer is het binnen niet al te lange tijd chaos. De chaos ligt in ons leven overal op de loer. In ons persoonlijk leven. Ook in onze maatschappij. Want chaos dreigt wanneer de fundamenten van onze rechtsstaat aangetast worden, en onze rechtsstaat niet meer een vanzelfsprekend uitgangspunt is. Chaos dreigt wanneer complottheorieën over omvolking normaal blijken te worden – de spellingcontrole op mijn pc aanvaart het woord ‘omvolking’ gelukkig nog niet -, wanneer de medische wetenschap door influencers in twijfel getrokken wordt en kinderen niet gevaccineerd worden en ziek worden of zelfs sterven. Chaos dreigt wanneer landen andere landen ongestraft binnenvallen.

Wat geldt voor ons eigen leven en voor onze maatschappij, geldt ook voor de kerk. Al heel vroeg is een schip het beeld geworden voor de kerk. Wanneer Gregorius die later de Grote wordt genoemd in de 6de eeuw, min of meer tegen zijn zin, paus wordt, schrijft hij aan een goede vriend dat de kerk een krakkemikkig bootje is dat op het punt staat schipbreuk te lijden en zo wordt het verhaal over de storm op het meer het verhaal van de chaos die het schip van de kerk bedreigt. De kerk is geen stormvrije zone, hoe graag we dat ook zouden willen.

De gewone reactie op chaos in ons leven en in onze maatschappij, is ook de reactie in de kerk: angst. Een gewone, vanzelfsprekende reactie. Waarom verwijt Jezus zijn leerlingen dan dat ze bang zijn? Is dat niet oneerlijk, onredelijk? En waarom zegt hij “hoe is het mogelijk dat jullie nog geen geloof hebben?” Wat heeft geloof daar nu mee te maken?

Om een begin van antwoord te krijgen op die vraag moeten we het verhaal van de storm op het meer goed lezen. ‘Toen stond hij op’ staat in het verhaal. De evangelist Marcus gebruikt hier dezelfde term die de engel aan het slot van het evangelie gebruikt wanneer die op Paasmorgen tegen de vrouwen bij het graf zegt: ‘hij is opgewekt uit de dood’ (16,6). Het is logisch dat in het verhaal van de storm vertaald wordt met ‘toen hij opstond’ of ‘toen hij wakker werd’, zoals in de nieuwste vertaling staat, maar tegelijkertijd klinkt het verhaal van de verrijzenis mee, moet de verrijzenis meeklinken. Als je dat verband ziet, dan begin je te begrijpen waarom Jezus zijn leerlingen verwijt dat ze bang zijn of preciezer dat ze geen geloof hebben.

Voor ons christenen is de zondag de dag van de Heer, omdat we elke week op zondag de dag van de verrijzenis vieren. Centraal in ons geloof staat de verrijzenis, de verrijzenis van de gekruisigde. De verrijzenis is hét teken dat de chaos, de doodse duisternis uiteindelijk niet overwint, dat de scheppende, de voortdurende scheppende kracht van God uiteindelijk de overmacht krijgt en houdt.

Tomas Halik maakt in het boek waaruit we op woensdagen in het Leerhuis gelezen hebben in het hoofdstuk waarin hij ingaat op de identiteit van het christendom de intrigerende opmerking dat er in ons geloof niet alleen sprake is van een voortdurende schepping, maar ook van een voortdurende verrijzenis. “De overwinning van Jezus op de dood, de schuld en de angst gaat oor in de geschiedenis, in het geloof van de Kerk en in de levensverhalen van individuele mensen… geloven, christen worden betekent dat je je hart opent en je ervan bewust wordt dat Jezus op dat moment uit de dood opstaat.” (De namiddag van het christendom, 166).

Nu dus ook.

Meer nieuws

Hope Happening

Met de titel ‘Hope Happening’ houdt de Belgische bisschoppenconferentie van […]

Preek voor de 22e zondag 1 sept. 2024

Preek voor de 22ste zondag door het jaar    2024                                         Cenakelkerk […]

Regionale Zangdag: Een Dag vol Inspiratie en Samenzang

Heb jij een passie voor liturgische muziek en zoek je […]

Familiezondagen

Wij organiseren ongeveer 1 x per vier tot zes weken […]

Preek voor het feest van Maria ten Hemelopneming 2024 Cenakelkerk          

Herwi Rikhof   Openb. 11,19; 12,1-6; 10a / Lc. 1,39-56 […]