Zijn 2e thuis was de Cenakelkerk. Zijn 1e thuis: bij zijn vrouw Leny. Samen waren zij jarenlang actief voor de kerk. Fred was de man die er achter de schermen voor zorgde dat de kerk schoon werd gehouden, dat de kandelaars van kaarsvet werden ontdaan, dat de kazuifels op tijd naar de stomerij gingen. Hij was bovendien de koster bij uitvaarten en bewees zo talloze parochianen de laatste eer door voor hen het kruis te dragen bij het laatste plechtige afscheid in de kerk.
Maar boven alles was Fred de man van de bloemen. Hij versierde alles, letterlijk en figuurlijk; dankzij zijn warme contacten met ’t Molentje was er aan bloemen en planten geen gebrek. Hij maakte daarmee de prachtigste bloemstukken, toverde met Pasen – samen met een team van getrouwen – het altaar om in de tuin met het graf, met gras, bloemperken en een heuse klaterende fontein van leven gevend water, hij veranderde de kerk in een feestzaal met bloemen ter ere van Maria ten Hemelopneming, bracht het altaar in gereedheid en zorgde voor de lichtjes voor de viering van Allerheiligen-Allerzielen, hij zorgde voor de Kerstsfeer, richtte kerststallen in met bijbehorende kerstversiering. Ook buiten de grote kerkelijke feesten stonden er prachtige boeketten bij het altaar in de eeuwige gouden streep zonlicht die daar door de ramen naar binnen valt.
Fred, grote man, vriendelijk gezicht, een warme stem die je al van verre hoorde klinken in de keuken, want elk werk begint en eindigt samen aan de keukentafel met een kop koffie. Hij hield van gezelschap, kon goed vertellen en deelde graag zijn enthousiasme voor het kerkgebouw. Hij was trots op zijn mooie kerk, zoals hij ook trots was op zijn gezin.
Hij had zijn eigen laadje in de grote ladekast in de gang naar de pastorie. Nadat hij om gezondheidsredenen zijn geliefde kerk en werk moest achterlaten bleef zijn naam nog jaren op dat laadje staan. FRED. Een stil aandenken en eerbetoon aan zijn onmiskenbare aanwezigheid in de coulissen van de kerk.
Fred de Haard overleed op 15 maart, op zaterdag 23 maart vierden we zijn afscheid in zijn eigen Cenakelkerk. JvH