Preek voor de 17de zondag door het jaar, 29-30 juli Cenakelkerk

Herwi Rikhof

1 Kon. 3,5.7-12 / Mt. 13,44-52

Inleiding
In het evangelie horen we vandaag een gedeelte uit het evangelie van Mattheus waarin Mattheus allerlei parabels van Jezus heeft gecombineerd, een paar wat uitgebreide parabels met een uitleg, maar ook een paar hele korte, vaak niet meer dan een paar zinnen. Ik wil straks stil blijven staan bij een van die korte parabels: de parabel over de koopman op zoek naar parels.

Als toeleiding naar het evangelie horen we wat Salomo vraagt aan God: een opmerkzame geest, een vermogen om een onderscheid te maken tussen goed en kwaad, tussen echt en onecht. Een verzoek dat God behaagt, een verzoek ook past bij de parabel over de koopman op zoek naar parels, want ook daar heb je echte en namaak.

 

Preek
Een van mijn Amerikaanse vrienden vertelde mij dat zij met haar leesclub bezig waren een boek over parabels te bespreken en dat ik het ook moest lezen. Meestal luister ik beleefd naar dat soort aanbevelingen, of ik maak een aantekening die op een grote stapel terecht komt en dus in de vergetelheid. Maar er was iets in wat ze zei dat het dit keer bleef hangen en niet het ene oor in het ander uit ging. Ze noemde namelijk de titel en de ondertitel: Short stories by Jesus. The enigmatic parables of a controversial rabbi. Ik heb zelf vaak de parabels gekarakteriseerd als zeer korte verhalen, ook hier. Vroeger las op zondagmorgen A.L. Snijders op de radio een van zijn zeer korte verhalen voor en hij werd dan meestal aangekondigd als de uitvinder van het ZKV. Ik hoorde dat meestal in de auto en kon dan niet weerlaten te protesteren: hoezo uitvinder. ‘En de parabels dan?’ riep ik tegen de omroeper. In de titel van dat boek dat mijn vriendin aanraadde, komt dat dus terug: kort verhaal. Maar de ondertitel gaf waarschijnlijk de doorslag: raadselachtige parabels van een controversiële rabbi. Over de jaren heb ik meer en meer ontdekt dat de parabels van Jezus geen leuke korte verhaaltjes zijn voor de zondagmorgen, maar je op het verkeerde been zetten en verontrustend zijn. Iemand die zich daar op concentreert, is waarschijnlijk de moeite waard om te lezen. Die iemand bleek een joodse hoogleraar te zijn, Amy-Jill Levine, die naast Joodse studies ook veel met het Nieuwe Testament bezig is en die zich als feministe afficheert.

Dat boek heb ik dus gekocht. Het is niet een boek om in een keer uit te lezen, maar wel om als een parabel in de liturgie voor komt, te kijken of ze die parabel ook bespreekt en zo ja, dan ook lezen wat ze erover schrijft. En ja, ze heeft een heel hoofdstuk, zo’n 25 pagina’s, over een van de parabels die we vandaag gehoord hebben, over de koopman die op zoek is naar parels. Ze begint met een paar opmerkingen die meteen mij aanzetten door te lezen, omdat die opmerkingen gaan over hoe die parabel meestal gelezen wordt, en als ik eerlijk ben, ik die parabel ook gelezen heb. Als een parabel over leerling worden, zoals de koopman die radicaal alles verkoopt om het ene te bemachtigen of als een parabel over Christus, die de parel is en die alles waard is. De parabel wordt dan allegories gelezen: de koopman staat voor leerling, de parel voor Christus. Die allegorische manier van lezen vindt ze te weinig uitdagend. Bovendien wordt zo te weinig aandacht besteed aan wat de termen in die korte parabel toen opriepen, koopman, parel, en komt ook het hele vreemde dat in dat heel korte verhaaltje zit onvoldoende tot zijn recht. Om dat heel korte verhaaltje een raadselachtig verhaaltje te laten zijn, een weerbarstig verhaaltje moeten we aandachtig lezen.

‘Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een koopman opzoek naar mooie parels’. Een koopman. Maar in het Grieks staat niet één term, koopman, maar staan er twee: een mens, een koopman. Het gebruik van niet een term maar twee suggereert allereerst dat het om iedere mens kan gaan, ieder mens die zich als een koopman gedraagt, of kan gedragen en vervolgens, dat die mens wel mens blijft, maar niet koopman hoeft te blijven. Dat dat laatste geen vreemde gedachte is, blijkt uit wat er  in de parabel gebeurt.

Een koopman op zoek naar mooie parels. Nu is het het Nieuwe Testament ‘koopman’ niet een term met een positieve klank, en ‘parels’ ook niet. Jezus jaagt de kooplieden uit de tempel (Mt, 21,12-13; Mc 11,15-17, Lc 19,45-46, Joh 2,14-17) en Babylon wordt in het boek van de Openbaring gekarakteriseerd als een stad met parels (18,16; vgl ook 18,12). Door zo te beginnen, door zo negatief te beginnen, trekt Jezus aandacht.

Wat doet die koopman? Hij zoekt parels, meervoud, en vindt er een en verkoopt alles. Maar nu is het goed even naar die andere korte parabel te kijken, die parabel over de verborgen schat. We horen eerst de parabel over de schat. Een parabel die zeker op het eerste gehoor wel herkenbaar is. De reclames voor loterijen en hokken spelen in op onze dromen naar een schat. Stel je voor, je wint een ton, of meer of meer, daar koop je toch wel een lot voor. Die man vindt die schat en koopt dan de akker waarin hij de schat gevonden heeft, zodat die schat van hem wordt en hij niet met een vindersloon afgescheept kan worden. Je kunt nu gemakkelijk denken dat het in de parabel over de parel om ook zoiets gaat. Ze staan per slot van rekening bij elkaar en in beide parabels verkopen die twee personen alles wat ze hebben. Maar hier zit toch een verschil, een subtiel maar levensgroot verschil.

In de parabel van de schat is dat niet zo vreemd, om alles te verkopen, omdat die schat voldoende is om van te leven, omdat je via die schat dat alles weer terugkrijgt en meer. Maar is dat ook het geval met die koopman en de ene parel? Kun je van die parel leven? Is zo handelen economisch wel verstandig, is dat niet roekeloos: alles verkopen voor die ene parel? Tenzij de koopman die ene parel koopt om die weer te verkopen, maar dat zegt de parabel niet. Integendeel. De parabel suggereert eerder dat die man ophoudt koopman te zijn. Hij stopt met zoeken naar mooie parels nu hij die ene gevonden heeft, de ene die blijkbaar anders is dan de mooie parels die hij beroepshalve zocht. Die ene parel is van een andere kwaliteit, behoort tot een andere categorie, die ene parel is niet een van vele. Die ene parel houdt hij en verkoopt niet door. Die parel is niet een ding, zoals de andere dingen, een ding dat hij koopt en weer verkoopt. Hij heeft iets gevonden en is geen koopman meer. Hij is de man van die ene parel.

Ik heb nu niet dat hele hoofdstuk over de parabel samengevat, maar ik heb me geconcentreerd op een paar elementen, die Levine noemt in haar commentaar en die ik verrassend vond en mij aan het denken hebben gezet.

Door nadrukkelijk die mens ‘koopman’ te noemen, met die negatieve klank, speelt Jezus in op onze behoefte dingen te kopen, te verwerven, of het nu gaat om materiële zaken of geestelijke zaken om hebbedingetjes, of om carrière, aanzien, erkenning. En met dat oproepen van die behoefte te kopen en te kopen, roept hij ook de al te herkenbare ervaring op dat het nooit genoeg is, dat er telkens nog wel iets is dat je ook wel graag zou willen hebben.

Doordat die man blijkbaar de uitzonderlijke kwaliteit van die ene parel ontdekt, ontdekt de man iets waar het uiteindelijk en echt om gaat, iets dat alles bepalend is, iets dat waard is alles voor in te zetten. Dat doet hij dan ook: hij zet alles in wat hij heeft. Maar door alles wat hij heeft in te zetten voor die ene parel, door op te houden koopman te zijn, is die man als het ware uit die voortdurende cirkel van kopen en verwerven gestapt. Wat die man in de parabel doet, is dus een uitdaging voor ons. Kunnen wij doen wat hij gedaan heeft? Herkennen we onze ene parel en willen we die dan koste wat het kost verkrijgen, ook al betekent dat dan dat we ophouden met kopen en verkrijgen?

Wat is onze ene parel? Wat is die ene parel waar we alles voor over willen hebben? Dat is de vraag die de parabel oproept. Een ongemakkelijke vraag, omdat het antwoord niet iets in een rijtje kan zijn, niet nummer één van een lijstje. Het antwoord moet iets zijn dat alles bepalend is. En dat antwoord kan ieder van ons alleen zelf geven.

Dat ogenschijnlijk eenvoudige verhaaltje blijkt dus een uiterst ongemakkelijke parabel te zijn.

Meer nieuws

Installatiemis pastoor Spiertz

De plechtige installatiemis is op zondag 24 september om 11.00 […]

Nieuw gezicht

Per begin deze maand is Jolanda Schoenmakers begonnen op het […]

Verhuizing parochiecentrum

Er is hard gewerkt: spullen zijn ingepakt, er is opgeruimd […]

Najaarsprogramma Ontmoetingskerk

Soms zijn we geneigd ons terug te trekken in onze […]

Toch weer Klaasmarkt!

Op zaterdag 28 oktober is er in en rond de […]