Overweging Ziekenzondag 9-10 september 2023
Cenakelkerk Viering van Woord en Communie
Voorganger Margaret de Groot-Vlasveld in samenwerking met ziekensectie
Eerste lezing Twee handen (bijdrage ziekensectie) Evangelie Mattheus 9,19-22
Eerste lezing Twee handen…. Bron Onbekend
Een vrouw is in gesprek met haar dokter en zegt:
“Ik heb veel klachten, wel één hand vol. Zal ik ze eens opnoemen?”
“Laat maar eens horen,” zegt de dokter.
“De eerste vinger zijn mijn verloren ouders.
De tweede zijn mijn lichamelijke klachten.
De derde vinger, dat ik zo weinig meer kan doen.
De vierde, dat ik me soms zo eenzaam voel.
De vijfde vinger, dat er om me heen zoveel bekenden weggevallen zijn.”
“Dat is inderdaad een hele hand vol,“zegt de dokter.
“Maar die andere hand dan?,” vraagt hij nieuwsgierig.
“Dat zijn mijn zegeningen, wilt u die ook horen?,” vraagt ze.
“Graag.”
“De eerste vinger, dat ik elke dag voldoende te eten heb.
De tweede, dat mijn huisje in de winter lekker warm is.
De derde, dat er mensen om mij heen zijn die me helpen.
De vierde, dat ik de laatste tijd gespaard ben van nog meer ziekten en pijn.
De vijfde vinger, dat ik voldoende geld heb om mijn rekeningen te betalen.”
De dokter kijkt naar beide handen.
De vrouw kijkt hem aan en zegt:
“Hier zijn twee handen die: verdriet hebben gedragen,
tranen hebben gedroogd en wel eens tot vuisten zijn gebald.
Ook twee handen die weten wat leven is.
En weet u wat ik nu zo mooi vind, wat er gebeurt als ik mijn handen vouw tot een gebed?” “Neen,” zegt de dokter.
“Als ik bid, gebeurt er iets met mijn handen. Dan gaat mijn hand met de zegeningen naar mijn hand met het verdriet. Dan vouw ik de vingers in elkaar en dan komen de moeilijke dingen tussen de zegeningen in.
En de zegeningen houden die narigheid in mijn leven tegen.
Biddend breng ik mijn verdriet bij God.
Daarna tel ik de zegeningen. Weet je, ik ben dankbaar dat ik twee handen heb;
ze houden elkaar in evenwicht.
Ze houden mij in evenwicht en zo is mijn leven ook minder zwaar.”
De dokter knikt instemmend, vouwt de vingers van de ene hand tussen de vingers van zijn andere hand en blijft verzonken in zijn eigen gedachten zitten.
Overweging (Samenvatting)
Met Nieuwjaar en met verjaardagen wensen we elkaar nog vele jaren in goede gezondheid. Gezond zijn, lichamelijk en geestelijk welzijn. Dat is het maakbare ideale beeld.
In de samenleving zien we andere beelden waarin mensen zowel geestelijk als lichamelijk beperkt zijn. Dat kan al van jongs af aan, bij ouder worden meer zichtbaar. Thuis vieren medeparochianen mee die niet naar de kerk kunnen komen. Deze Ziekenzondag viert u thuis mee. Dat het u tot steun mag zijn.
Ziek zijn confronteert ons met de kwetsbaarheid en grenzen van het leven. Dat kan allerlei gevoelens, vragen en gedachten oproepen, zoals verwarring, verdriet en eenzaamheid. Afhankelijk zijn is erg moeilijk, zeker met de uitgeklede zorg van nu. We hebben een vergrijsde samenleving. Uit ervaring weet je pas wat het betekent om met beperkingen te leven.
- Ziekte is op verschillende niveaus te duiden. Het algemene ziek zijn, waarover wordt gesproken alsof het ver van ons af staat.
- Ziekte op relationeel niveau, als je partner, ouders, kinderen, broers en zussen, vrienden en vriendinnen ziek worden. Mogelijk krijg je een taak als mantelzorger en deel je elkaars zorgen.
- Ziekte treft jouzelf, waardoor je eigen leven in een ander perspectief komt te staan.
Zoveel mensen, zoveel verschillende vormen. Psychisch lijden, depressie, dementie. Verslaving. Lichamelijk lijden door: reuma, hart- en vaatziekten, chronische verschijnselen die je leven bepalen. Of kanker krijgen die te behandelen is of niet meer te genezen. Weten dat het levenseinde nabij is en de moed hebben om de weg daarnaartoe te gaan.
Mijn hele arbeidzame leven is verweven met werken in het ziekenhuis en verpleeghuis. Eerst op medische vlak, later pastoraal. Nog steeds gaat mijn aandacht naar hen uit. Vanuit de parochie gaan leden van de ziekensectie naar medeparochianen om mee te leven. Luisteren, naar het levenshaal, naar de pijn, het verdriet, de eenzaamheid kan steun geven. Geen oplossing, de weg van het ziek zijn is persoonlijk. Soms ook moeilijk te delen met de gezinsleden en mantelzorgers. Er komen vragen naar boven: Heb ik alles goed gedaan, waarom moet ik dit doormaken? Wat mag ik loslaten. Mag ik toegeven aan het naderend einde of wil ik voor mijn naasten nog behandeld worden?
Ziek zijn kan een isolement brengen. Zo ook voor -de Bloedvloeiende vrouw- uit het Evangelie. Een vrouw die ongesteld was, vormde een risico voor iedereen in haar omgeving, elke maand opnieuw. Volgens de wet bleef ze onrein zolang ze bloed verloor. De plekken waar ze gezeten of gelegen had werden ook als onrein beschouwd. Ze leefde in eenzaamheid. Deze vrouw was 12 jaar ziek. In haar wanhoop zocht ze Jezus, Kon hij haar verlossen? Hier zien we een voorbeeld van het belang van geloof en vertrouwen in Jezus en Zijn genezende kracht. Het laat zien dat zelfs een eenvoudige aanraking van Jezus genezing kan brengen, maar het geloof en vertrouwen van de vrouw waren cruciaal voor haar genezing. Het herinnert ons eraan dat geloof een krachtige factor kan zijn in ons leven.
Dat brengt mij bij de vraag of het bij genezingen – wonderbaarlijke en niet-wonderbaarlijke – eigenlijk wel gaat om genezing in de zin van herstel van ziekte? Zijn genezingen werkelijk een doel op zich? Of zijn genezingen tekens, hoopgevende verwijzingen naar Gods toekomst?
Lourdes
Die aanraking, letterlijk of figuurlijk kan ook in Lourdes gebeuren. Ik ben vier keer in Lourdes geweest op bedevaart als pastoraal werker in het Acceuil, een klein hospitaal binnen de muren van het heiligdom. Voor de sceptici over Lourdes, het is een totaal andere ervaring dan de “kermis” die je daarbuiten ziet. IK las een ontroerend ervaring van Fred van Iersel die hij beschrijft in zijn boek: Het eigenlijke wonder van Lourdes
Fred van Iersel is met een halfzijdig verlamming geboren. Hij was theoloog en bekend van o.a. Pax Christi. In juli jl. is hij overleden. Eind jaren tachtig genas hij in Lourdes, maar niet van zijn lichamelijke beperkingen. Citaat: ‘Toen ik in 1988 in Lourdes kwam, was ik vervuld van vreugde en dankbaarheid om mijn genezing van epilepsie dankzij artsen. Voor mij zat hier niettemin ook een andere dimensie aan, die van de goddelijke zorg. Ik had nog wel altijd een halfzijdige verlamming over mijn linker lichaamshelft. Zittend bij de baden nabij de grot, wachtend op mijn beurt voor een ritueel bad, genas ik echter van de behoefte aan genezing.’
‘Ik zag allemaal mensen wachten die er veel erger aan toe waren dan ik met mijn blijvende lichamelijke beperkingen. Ik zal ze nooit vergeten, de totaal mismaakt uitziende vrouw, het kind dat niets anders kon dan met een draadje spelen. Ik genas daar van mijn egocentrische, egoïstische verlangen naar genezing – laat hen voorgaan, Heer. Ik ging ervandaan met een intens besef van vervulling. Vreemd misschien: niet genezen, daardoor juist genezen’
De vrouw die haar hand met klachten en zegeningen samenbrengt, raakt zichzelf aan en haar gevouwen handen zijn een uiting van haar innerlijk geloof.
Durven wij onze handen te vouwen? Amen.