Margaret de Groot-Vlasveld
Jesaja 55, 10-11, Matheus 13,1-9
‘Gras gaat niet harder groeien door eraan te trekken.’ U kent die uitdrukking vast wel, het proces van groei en ontwikkeling vergt geduld en tijd. Uithouden dat sommige dingen tijd nodig hebben. Soms raakt je geduld en vertrouwen op en wil je iets forceren om sneller resultaat te bereiken. De afgelopen week waren we getuigen van de val van het kabinet Rutte IV en zien dat meerdere politici zich terugtrekken uit de ‘giftige en haat zaaiende’ politiek. De een neemt de beslissing na een ‘epifaan’ moment, de ander voelt de emotionele druk van het thuisfront. Hun beloftes vielen op rotsachtige grond of verstikte tussen de distels. De goede grond die vrucht mag geven, heeft het niet bereikt. Ons geduld wordt op de proef gesteld hoe nijpende kwesties voorlopig niet opgelost gaan worden.
We komen hier om samen te vieren, om te luisteren naar Gods Woord. Een viering aan het begin van de zomervakantie. Het woord vakantie is afgeleid van het Latijnse vacare, dat staat voor leeg of vrij zijn van verplichtingen. Een tijdje alles achter je laten. Voor de meeste ouderen is de zomer een tijd geworden van thuis blijven en genieten van de rust in onze eigen omgeving. Het kan een extra stille tijd zijn, met zorgen over de vakantiegangers. Hoe weerstaan ze de hitte in Zuid-Europa? Met gebed voor een goede reis en thuiskomst. We hoorden net een lezing die ons bekend is. Een bekende parabel met de gelijkenis van de zaaier. Er kan op verschillende manieren gezaaid worden.
Nijmegen en alle omringende gemeenten maken zich op voor de Vierdaagse. De stad stroomt vol met wandelaars, lopers en hun achterban. Ze worden gastvrij ontvangen. Dinsdag gaan ze in alle vroegte van start. Iedereen die ooit de Vierdaagse gelopen heeft, weet dat er heel wat aan vooraf gaat om het kruisje op de Wedren op vrijdag te behalen. Vanochtend zijn er in meerdere Vierdaagsevieringen, in de Stevenskerk, Groenestraatkerk en Molenstraatkerk. Vieringen waarin om bemoediging en doorzettingsvermogen gebeden wordt.
Zelf heb ik 3 keer meegelopen en weet dat er veel kilometers “gezaaid” moeten worden. Fysieke, mentale en emotionele inspanning! Het vraagt inzet om te trainen, om kilometers te maken, om conditie op te bouwen en grenzen te verleggen. Een langdurig proces dat geduld en volharding vereist, net als bij het groeien van het gras.
De weg zal ook hard en zwaar worden, wordt door de zon verschroeid of door regen weggespoeld. Dan weer heb je distels, in de vorm van blaren en spierpijn, opstoppingen en lange wachtrijen. Twijfel of je verder kunt lopen en soms zakt de moed je letterlijk in de schoenen. Gelukkig loop je ook over goede aarde, waar muziek en hartelijke mensen je toezwaaien, waar je kunt opladen met eten en drinken en de zorg en aandacht voelt van honderden vrijwilligers. En dan komt toch die vrijdag op de Via Gladiola in zicht en het begeerde kruisje en de gladiolen, teken van kracht en overwinning. Een ander kruis dan we hier in de kerk kennen. Het 4-Daagsekruis is het ‘kruis voor betoonde marsvaardigheid’, zoals in het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1909 is geformuleerd.
Vanuit ons geloof betekent een kruis geen beloning. Het is een symbool van zwaarte dat je te dragen krijgt. Wie is er aan jou zijde om dat kruis te dragen en wie help jij om het kruis te dragen? Wij zijn allemaal op weg, maken allemaal onze eigen persoonlijke geloofsweg. Daarvoor is een andere vorm van geduld en doorzetting nodig. We worstelen door distels en dorens, beklimmen rotsen en veel te harde grond. Harde grond die ons verhard. Er is geen oog en oor voor waar het echt omgaat. Eenzaamheid, verdriet, onbegrip voelen als een omgeploegde akker waar niets in gezaaid is. En toch ook in zo’n periode van beproeving kan er vertrouwen komen. Zien we dat het gras een millimeter gegroeid is, dat er een voorzichtig teken van bloei en groei is. ‘Gras gaat niet harder groeien door eraan te trekken, maar door de wortels water te geven.’ Water staat symbool voor wat er nodig is om gevoed te worden. Zaaien in goede grond, ieder in zijn eigen akker. Wachtend op de oogst, die we zelf mogelijk zullen ervaren.
Adriaan Roland Holst verwoordt het zo in zijn gedicht De Ploeger:
De Ploeger
Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden ooit de volle schoven,
Maar doe mij in den oogst geloven
Waarvoor ik dien —
Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren —
Ik sta in uwen dienst, zonder bezit —
Maar ik ben rijk in dit:
Dat ik de ploeg van uw woord mag besturen,
En dat gij mij hebt toegewezen
Dit afgelegen land en deze
Hooge landouwen, waar — als in het uur
Der schafte bij de paarden van mijn wil
Ik leun vermoeid en stil —
De zee mij zichtbaar is zoover ik tuur.
Ik vraag maar een ding: kracht
Te dulden dit besef, dat ik geboren ben
In ’t najaar van een wereld
En daarin sterven moet —
Gij weet hoe, als de ritselende klacht
Van die voorbije schoonheid mij omdwerelt,
Weemoed mij talmen doet
Tot ik welhaast voor u verloren ben —
Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden ooit de volle schoven,
Maar doe mij in den oogst geloven
Waarvoor ik dien —
Opdat, nog in de laatste voor,
Ik weten mag dat mij uw doel verkoor
Te zijn een ernstig ploeger op de landen
Van een te worden schoonheid; eenzaam tegen
Der eigen liefde dalend avondrood, —
Die ziet beneden aan de sprong der wegen
De hoeve van zijn deemoed, en het branden
Der zachte lamp van een gelaten dood —
Adriaan Roland Holst (1888-1976)
uit: Voorbij de Wegen (1920)