Featured Image

My flame the Song

Zaterdagavond 13 mei – 20.00 uur – Cenakelkerk

Kamerkoor Muzimare bestaat 30 jaar en dat vieren zij met twee jubileumconcerten. Het eerste is in de Cenakelkerk.

Al 30 jaar vertelt Muzimare zingend verhalen. De naam zegt het al: Muzi Mare.
30 jaar samen op reis, door alle seizoenen van het leven. Zoekend naar de kracht van muziek en de essentie van het zingen. Samen groeiend, in ons zingen, in ons zijn.

Muziek, intens en teder, beschouwend en uitbundig, vol plezier en vreugde, in Liefde en Dankbaarheid. Zingend openen we ons hart en geven al wat daar leeft door aan elkaar en onze luisteraars.

Muzimare zingt o.l.v. Sophia Brink. Orgel: Tommy van Doorn.

Entree en tekstboekje zijn gratis.
Een vrijwillige bijdrage na het concert wordt op prijs gesteld.
Het tweede concert is op zondagmiddag 14 mei 15.00 u in de Corneliuskerk in Beuningen.

 

 

Featured Image

Preek voor de 4de zondag van Pasen 2023 Cenakelkerk

Herwi Rikhof

1 Petrus 2,20b-25 / Joh. 10,1-10

Ze stonden er weer, schapen op het terrein naast Orion, met zo’n verplaatsbare afrastering. Elk jaar grazen ze daar een paar dagen of een week, maar ik heb nog nooit de herder gezien. Vreemd vind ik het, dat ik dat wel opmerk bij die schapen, terwijl ik dat nooit opmerk als ik koeien in de wei zie staan. Waarom mis ik de herder wel, en de boer niet? Door een (te) romantisch beeld van de herder die altijd meetrekt met zijn schapen? Ik vermoed dat het eerder komt door de liturgie van de vierde zondag in de paastijd, de vierde zondag met lezingen die altijd over de Goede Herder gaan.

De term ‘goede herder’ wordt niet gebruikt in de lezing die we net gehoord hebben. Jezus gebruikt die term iets later in dit hoofdstuk uit Johannes wel en dat was het antifoon van vandaag. Maar wat die term ‘goede herder’ oproept, namelijk dat er slechte herders zijn, komt in wat we vandaag horen duidelijk naar voren: het contrast tussen de herder en dieven en rovers, tussen Jezus als de deur van de schapen en dieven en rovers die vóór hem gekomen zijn.

Het is verleidelijk om bij die tegenstelling te blijven staan. We herkennen die tegenstelling per slot van rekening maar al te goed. Leiders kunnen rovers en dieven zijn, mensen die meer voor zichzelf zorgen dan voor de gemeenschap. Mensen die meer met eigen belang, dan met het belang van anderen, met het belang van volgende generaties bezig zijn, mensen die redeneren ‘na ons de zondvloed’. Al te herkenbaar.

Maar ik denk niet dat het Jezus om die tegenstelling te doen is. Er staat namelijk aan het eind van die eerste gelijkenis dat zij niet begrepen wat hij wilde zeggen. Ik kan me niet voorstellen dat de toehoorders nog nooit iets gehoord hadden over slechte leiders – ook in het Oude Testament spreken profeten over  slechter herders, ondeugdelijke leiders, – ik kan me ook niet voorstellen dat in die tijd er geen sprake was van corruptie, dat eigen gewin en machtsmisbruik geen rol speelde. Dat was veel te bekend om niet opgemerkt te worden. Dat onbegrip moet op iets anders slaan.

Wie zijn die ‘u’ tegen wie Jezus praat: voorwaar voorwaar ik zeg u? Die ‘u’ zijn de farizeeën, de Schriftgeleerden, geestelijke leiders dus. Jezus verwijt hen keer op keer dat ze mensen zoveel geboden, regels, wetten op leggen, dat er geen leven meer mogelijk is. Met die opmerking dat degenen die niet door de deur, maar langs een andere weg binnen komen, roept Jezus de sfeer op van inbraak. Doordat hij spreekt tegen de farizeeën en wetsgeleerden gaat het om een soort geestelijke inbraak waarbij geestelijke kostbaarheden wordt geroofd. Het mooiste en het kostbaarste dat wij op geestelijk gebied hebben, is onszelf. Niemand anders heeft wat ik heb aan mogelijkheden en capaciteiten: dat is mijn waarde. Ik word gewaardeerd, wanneer ik word aangesproken op wat ik kan. Dan word ik verantwoordelijk, dan word ik serieus genomen, dan word ik gewaardeerd. Maar ik word beroofd van dat kostbaarste, wanneer ik niet op mijn mogelijkheden en capaciteiten word aangesproken, maar op mijn beperkingen en mijn fouten, wanneer ik word vastgepind op wat ik verkeerd heb gedaan en verkeerd doe.

Jezus heeft geweten hoe mensen bij anderen geestelijk inbreken, hoe de een de ander in de smalle, benauwde straten van de eigen onzekerheid kan brengen, zodat die ander gaat zeggen: ik kan niks, ik deug nergens voor. Hij ziet dat gebeuren bij die geestelijk leiders tegenover zich, bij de geestelijke leiders die God haast vanzelfsprekend zien als iemand die oordeelt en veroordeelt, die God ter sprake brengen in een sfeer van angst. En dat wil hij niet.

Een aspect van wat ik net gezegd heb, wil ik nu wat verder uitwerken aan de hand van de tweede titel van deze zondag: roepingenzondag. Hoewel dat thema goed te verbinden is met het evangelie dat we net gehoord hebben, met de schapen die luisteren naar de stem van de herder, met de herder die de schapen bij hun naam noemt, is roepingenzondag dit jaar voor mij verbonden met een andere tekst, een tekst die we vandaag niet gehoord hebben, maar een tekst die afgelopen woensdag in de bijeenkomst rond Genesis ’s middags en ’s avond centraal stond. Normaal doe ik dat niet: preken over een tekst die we niet in de liturgie gehoord hebben, maar vandaag wil ik dat toch doen, ook omdat het maar om één zinnetje gaat. Eén zinnetje waar we wel twee keer aan de hand van het commentaar van Jonathan Sacks een uur of anderhalf over gepraat hebben, éen zinnetje dat bij mij de hele week doorgewerkt heeft en dat voor mij dit jaar dus roepingenzondag kleurt. De Heer zei tegen Abram: trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook het huis van je vader en ga naar het land dat ik je wijzen zal. Eén zinnetje dat een roeping inhoudt en wel een roeping tot een nieuwe mens, tot een nieuw geloof.

Een roeping tot een nieuw geloof. Niet voor niets beschouwen Joden Christenen en Moslims Abraham als de vader van hun geloof. Een nieuw geloof, omdat daarin de vrijheid centraal staat, niet de vrijheid om te doen waar je zin in hebt, te doen wat je maar wilt, maar de vrijheid om verantwoordelijkheid op je te nemen en in te gaan op Gods aanbod, vrijheid als een proces, waarin je, stapje voor stapje en met vallen en opstaan, die verantwoordelijkheid leert, vrijheid als een reis, als een ontdekkingsreis, als een levenslange weg, een levensweg

Een roeping tot Een nieuwe mens, omdat die reis een reis naar jezelf is. Lech lecha staat er in het Hebreeuws. ‘Trek weg’ is de gebruikelijke vertaling, maar die vertaling pakt alleen het eerste woord lech en laat het tweede woord lecha onvertaald. Die twee woorden worden dan als een soort staande uitdrukking verstaan. Dat is een mogelijkheid. Maar je kunt lecha ook vertalen en dan betekent het ‘voor jezelf’, of ‘naar jezelf’. ‘Geht vor dich hin’ vertaalt Martin Buber. Dat is de mogelijkheid die Jonathan Sacks kiest in het spoor van rabbijnen vóór hem en hij onderscheidt dan vier interpretaties.

‘Ga voor je zelf op reis’, voor je eigen voordeel en voor je eigen bestwil. Zo’n reis is altijd een reis naar het onbekende, voor zo’n reis is vertrouwen nodig, geloof in wat je kunt worden.  Maar je kunt het ook lezen als ‘ga met jezelf’: zo heb je invloed, zo kun je getuigen, zo kun je je geloof uitdragen. Nog een andere vertaling is ‘ga naar jezelf’, word wie je bent, ontdek wie je ten diepste bent. En de vierde uitleg is: ‘ga alleen’, als je alleen gaat wordt het werkelijk een unieke reis, een echte reis naar het onbekende.

Vier interpretaties die elkaar niet tegen spreken, omdat ze iets belangrijks gemeenschappelijk hebben: dat wegtrekken. Wegtrekken uit het vertrouwde, realiseren dat je afkomst en achtergrond, de maatschappij en cultuur waarin je opgroeit en leeft, niet alles bepalend is, of alles bepalend hoeft te zijn,  je niet begrenst en voorspelbaar en onvrij maakt of je niet onvrij , voorspelbaar en begrenst hoef te maken.

Vier interpretaties die elk een ander accent leggen dat wel herkenbaar is. Herkenbaar omdat we als mens in ons eigen leven en in de levens om ons heen dat proces van wegtrekken in meer of mindere mate zien. Elk kind dat volwassen wordt maakt zo’n proces mee: soms dramatisch, letterlijk weglopen, breuk, contact verbreken, soms geleidelijk op basis van huis en haard een ander thuis zoeken en vinden, soms ook nauwelijks een verschil van generaties.

Die roeping om weg te trekken, – voor jezelf, met jezelf, naar jezelf, alleen -, is een roeping voor ieder van ons en voor onze kerk. Wanneer wij met de vormelingen op retraite zijn, dan is het thema ‘worden wie je bent’, wat zijn je capaciteiten, maar ook dieper wie ben jij echt. Onze paus heeft ons opgeroepen een missionaire kerk te zijn, een kerk die naar buiten gaat, niet opgesloten zit.

Misschien is die laatste interpretatie van ‘trek weg’, dat je dat alleen moet doen, wel de meest diepzinnige en meest veeleisende. Het betekent een kritische houding waarin ieder van ons persoonlijk en wij ook als kerk niet klakkeloos overnemen wat ons vanuit het verleden of het heden wordt aangereikt, maar alles onderzoeken en het goede behouden. Dat is onze roeping.

Featured Image

Help mee op zaterdag 1 juli bij de pelgrimsreis voor gezinnen naar de Heilig Landstichting.

Met de hele parochie maken we er een mooie dag van!

Meld je aan via de mail (locatielandstichting@h3eenheid.nl) of telefonisch (024-3222 165) bij het secretariaat.

Door het gezinspastoraat van het bisdom van Den Bosch wordt op 1 juli een ontdek­kingsreis naar de Heilig Landstichting georgani­seerd voor gezinnen met kinderen. In Museumpark Orientalis wor­den op een speelse manier de 7 sacramenten verbeeld, de kinderen gaan op zoek naar die Wonderlijke 7.

De Cenakelkerk is die dag de plek van ontvangst en samenkomst. Op dit moment hebben al circa 90 gezinnen zich aangemeld. We hebben veel vrijwilligers nodig voor de meest uiteenlopende karweitjes en activiteiten. Wil je mee­helpen aan het programma van deze dag tussen 09.00 – 16.00 uur? We vragen mede­werking voor de begeleiding van kinderactiviteiten, catering, voorbereidend werk, lopers gedu­rende de dag, extra inzet en voorbereiding bij de ope­ning, bij de afsluitende mis om 14.15 uur – bij goed weer vóór de kerk in de buitenlucht! – en bij allerlei andere voorkomende werk­zaamheden.

Zo ziet het programma eruit:
09.30 uur   Aankomst bij de Cenakelkerk
10.00 uur   Opening van de dag in de Cenakelkerk
10.30 uur   Ontdekkingsreis naar de Wonderlijke 7 in museumpark Orientalis
12.15 uur   Lunch (daar wordt voor gezorgd)
12.45 uur   Voortzetting Ontdekkingsreis
14.15 uur   Afsluitende viering Cenakelkerk
15.15 uur   Gezellige afsluiting
16.00 uur   Vertrek

In de week van 12 juni komt er een draaiboek. Op dinsdag 20 juni is er om 19.00 u in de Taborkapel een info-avond.

Vrijwilligers uit de hele parochie welkom!

Angela Voss namens het W7 Organisatie team

Featured Image

Vieringen Cenakelkerk t/m Pinksteren

Zaterdag 29 april                        17.00 uur:         H. Mis in de Taborkapel

Zondag 30 april                           11.00 uur:         Hoogmis met samenzang *

Zaterdag 6 mei                            17.00 uur:         H. Mis in de Taborkapel

Zondag 7 mei                               11.00 uur:         Hoogmis met Basta *

Zaterdag 13 mei                         17.00 uur:         H. Mis in de Taborkapel

Zondag 14 mei                            11.00 uur:         Hoogmis met Gemengd Koor*

Hemelvaart 18 mei                    11.00 uur:         H. Mis met samenzang *

Zaterdag 20 mei                         11.00 uur:         Viering van Woord en Communie

Zondag 21 mei                            11.00 uur:        Viering van Woord en Communie met Taborkoor *

Zaterdag 27 mei                         11.00 uur:         H. Mis in de Taborkapel

1e Pinksterdag 28 mei              11.00 uur:         Hoogfeest van Pinksteren met Basta *

2e Pinksterdag 29 mei              11.00 uur:       Viering van Woord en Communie met Samenzang*

* De viering is te volgen via YouTube Klik hier om te kijken

De doordeweekse eucharistievieringen zijn op dinsdag en vrijdag om 09.00 uur in de Taborkapel

Featured Image

Preek voor de 3de zondag van Pasen 22-23 april 2023 Cenakelkerk

           Herwi Rikhof

 

Hand. 2,14.22-32 /Lc. 24,13-35

‘Het woord van de week’, dat is een bijdrage aan een programma op zaterdagmorgen over taal dat ik wel eens hoor, soms in de auto, soms in de keuken. Of ‘framen’ ooit woord van de week is geweest, weet ik niet, denk ik niet, dat zijn altijd Nederlandse termen, maar het is wel een term die ik nogal eens hoor in politieke discussies. Zo’n Engelse term doet het altijd goed en het lijkt dan alsof het om iets nieuws en opvallends gaat. Maar het gaat om iets heel gewoons. Je plaatst een verhaal, een gebeurtenis altijd in een bepaalde context, een bepaald kader, een bepaald frame, anders kun je dat verhaal of die gebeurtenis niet eens begrijpen. Maar het gaat bij framen ook om een stap verder, om heel bewust en met bepaalde bedoelingen een verhaal in een bepaald kader plaatsen waardoor het een  speciale betekenis krijgt. En in die politieke discussies gaat het dan meestal om een soort verdraaid kader, een kader waardoor het verhaal iets gaat betekenen dat vreemd is, framen krijgt dan de bijklank van hoort eigenlijk niet, verkeerd, manipuleren.

Maar zoals gezegd: het is eigenlijk heel gewoon. Ik hoop tenminste dat wat ik nu gaan doen met het verhaal uit het evangelie van vandaag niet dat verkeerde soort framen is.

Het verhaal van de Emmaüsgangers lezen we over een paar weken bij de zogenaamde feestcommunie: de kinderen die op Witte Donderdag heel intiem en eenvoudig hun eerste communie gedaan hebben, staan dan nog een keer in het centrum, maar nu met alle toeters en bellen. We lezen niet alleen dat verhaal, maar op het evangelieboek dat we dan gebruiken staan op de voorkant die twee Emmaüsgangers en Jezus afgebeeld in email en ook op de stool die ik draag komen ze voor. Het verhaal van de Emmaüsgangers wordt dan een verhaal over de eucharistie. Daar zijn goede gronden voor. De tweedeling die bepalend is voor onze vieringen, zeker na de hervormingen van de liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie – dienst van het woord en dienst van de tafel – is terug te vinden in de structuur van het verhaal: eerst een discussie over de Schrift, over wat de Schrift betekent en dan het breken van het brood.

Maar ik heb het verhaal ook een paar keer bij een uitvaart gelezen, of een gedeelte daaruit bij een uitvaart horen zingen: blijf bij ons nu het avond wordt. Bij een van die uitvaarten ging het om een internist. Het was duidelijk zijn keuze. In de gesprekken voor zijn dood, waarin hij met mij de uitvaart regelde, was dat een van de zaken die hij al jaren geleden had besloten: dat paas-evangelie moest gelezen worden bij zijn uitvaart. Maar omdat hij het gekozen had, medicus in hart en nieren, ging dat meeklinken en lag het voor de hand het thema van Christus-medicus op te pakken, een thema dat in de eerste eeuwen van de kerk populair was, maar dat later wat ondergesneeuwd is geraakt. Het is wat verborgen bewaard gebleven in de visie op de sacramenten als geneesmiddelen,  als middelen die ziekte wegnemen en gezondheid bevorderen.

Als je het verhaal zo leest, zo frame’t, zie je Jezus optreden als een arts. Jezus begint een gesprek, zoals een arts dat voert, een gesprek om een diagnose vast te stellen, een gesprek om tot een therapie te komen. Jezus begint het gesprek haast oppervlakkig, vraagt naar waar ze over praten, maar vraagt door. Wij weten dat doorvragen niet altijd antwoorden oplevert. Wie gesprekken op de tv ziet van journalisten met politici, weet maar al te goed dat die gesprekken vaak niet eens beginnen en dat doorvragen nauwelijks antwoorden oplevert. Blijkbaar is er meer nodig dan een vraag stellen en doorvragen. Blijkbaar is er zoiets nodig als vertrouwen, als een houding waarin herkend wordt dat, de ander echt geïnteresseerd is, dat je teleurstelling en je verdriet bij die ander veilig zijn. Blijkbaar voelen die twee dat op de weg naar Emmaüs: een interesse die verder gaat dan een al dan niet rellerige nieuwsgierigheid, een vertrouwen dat hun veilig maakt, waardoor ze hun hart kunnen uitstorten.

We hebben het gezegde dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken, en zoals de meeste gezegden, is dat de vrucht van de ervaring van eeuwen. Een goede arts gaat voor een therapie die niet alleen de symptomen bestrijdt, maar ook de oorzaak aanpakt. Dat is de kunst van de medicus: die therapie vinden die de oorzaak bestrijdt. We weten ook dat het voor patiënten ook belangrijk is wanneer de bedside manners van de arts goed zijn, wanneer de arts goed kan communiceren en uitleggen. Jezus is geen zachte heelmeester voor die twee, dekt niet zaken toe, begint fors, zelfs zo fors dat het haast onfatsoenlijk is: weinig verstand, traag van begrip. Maar hij spreekt ze ook aan op hun geloof en hij doet het op zo’n manier dat die twee terugkijkend zeggen dat ze tot in hun binnenste daardoor geraakt zijn: ‘brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak.’ Ze leren kijken en denken met hun hart. Dat is de therapie van de arts Christus.

Het verhaal van de Emmaüsgangers staat ook afgebeeld in onze Cenakelkerk, twee keer zelfs, een keer in de sacramentskapel als een soort stripverhaal, en een keer wanneer ze terug zijn bij de andere leerlingen, in de eerste kapel, de kapel van Paasavond. En als ik die eerste kapel als frame neem, dan staat het verhaal ook in de context waarin we het nu lezen, in de paastijd, als een verhaal over de verrijzenis. De verhalen over de verrijzenis die we de afgelopen weken hebben gehoord maken duidelijk dat deze verhalen niet gewone verhalen zijn, geen beschrijving van de verrijzenis, maar op de eerste plaats verhalen over de reactie van leerlingen. Op Pasen hebben we de reactie van Maria Magdalena gehoord, de vorige week de reactie van Thomas en vandaag de reactie van de Emmaüsgangers. En als je daar op let, wordt het  op weer een andere manier een verhaal over ons. Want Maria Magdalena, Thomas en de Emmaüsgangers kunnen voor ons staan, staan voor ons.

 

In de verbeeldingen van de Emmaüsgangers zijn het altijd twee mannen, kijk maar naar de schilderijen van Caravaggio, Rembrandt en ook in die kapel van Paasavond. Maar dat staat niet in de tekst: er wordt maar een met name genoemd, Kleopas, een man (v. 18); van de andere weten we niet de naam, en dus ook niet of het een man of een vrouw is. Die ander zou een vrouw kunnen zijn, die Emmaüsgangers zouden een echtpaar kunnen zijn. Of laat Lucas bewust die andere zonder naam, zoals bij de parabels, zodat ieder van ons, vrouw of man, onze eigen naam kunnen invullen?

Heb ik nu dat verhaal verdraaid geframe’d of juist goed?

Featured Image

Preek voor de 2de paasdag 2023 Cenakelkerk

Herwi Rikhof

Hand. 2,14.22-32 / Mt. 28,8-15

Inleiding
Er gaan telkens stemmen op om christelijke feestdagen maar te schrappen als vrije dagen, want wij zijn geen christelijk land mee. Dus geen tweede kerstdag, geen tweede paasdag, geen hemelvaart, geen tweede pinksterdag meer. Soms wordt er ook bij gezegd dat er ook landen in Europa zijn waar deze feesten geen vrije dag zijn. Als dat zou gebeuren, zou ik die tweede dag wel missen, omdat het de kans geeft tot terugkijken en na-denken. Vandaag dus terugkijken op Pasen en de Goede Week.

Preek
Een toespraak van Pinksteren op de tweede Paasdag. Dat lijkt vreemd, maar dat is, als je erover nadenkt, heel begrijpelijk en eigenlijk heel passend. Wat je verwacht en wat gewoon is, dat kun je direct begrijpen en gemakkelijk verwoorden, maar wat je niet verwacht, wat ongewoon en verrassend is, dat begrijp je niet direct, daar heb je geen woorden voor. De toespraak van Petrus ademt begrip uit en is een voorbeeld van een goede rede: hij zou er een prijs mee kunnen winnen in een debating wedstrijd. Op Pasen kon Petrus zo’n rede nooit houden, zo dicht bij het gebeuren begrijpt hij, en begrijpen de leerlingen, nog niet wat er gebeurd is. Alle verhalen uit de evangelies over Paasmorgen en Paasavond en over de weken daarna laten zien dat de leerlingen het niet begrijpen, tonen een gemengde reactie van angst en blijdschap, van ongeloof en geloof, van onbegrip en een langzaam groeiend begrip. Dat hebben we ook in het evangelie van vandaag gehoord. De verhalen rond Pasen zijn daarom ook altijd bekeringsverhalen.

Gisteren stond Maria Magdalena centraal in het spel van de kinderen en ook in mijn korte preek. In het evangelie van Johannes staat namelijk dat zij zich twee keer omkeert en dat is onlogisch: zij draait zich om en ziet Jezus staan, maar herkent hem niet, denkt dat hij de tuinman is en vraagt hem naar het lijk. Hij noemt haar naam en dan zij draait zich weer om en herkent hem. Maar ze stond al naar hem toegekeerd, tenzij de evangelist met die twee keer omdraaien duidelijk wil maken dat op het lichamelijk omdraaien een geestelijk omdraaien volgt. Of beter, dat na het lichamelijk omdraaien een geestelijk omdraaien moet volgen.

Moet volgen en telkens moet volgen. In de paaswake heb ik naar aanleiding van de gebeurtenissen in de politiek gepraat over de kloof die er is tussen maatschappij en kerk, tussen een keer in vier jaar verkiezingen en elk jaar een verkiezing, want dat houdt de hernieuwing van de doopbeloften in: kiezen voor God en zijn programma. Die kloof gaat verder: terwijl wij in de politiek vertegenwoordigers kiezen, die voor ons zaken gaan doen, kiezen we in de hernieuwing van de doopbeloften, voor onszelf: wij moeten dat programma van God uitvoeren, dat programma dat te maken heeft met de zorg van voor de mooie en goede schepping, dat te maken heeft met het uitrekken uit een beperkend verleden naar een open toekomst, dat te maken heeft met de juiste prioriteiten stellen. Geestelijk omdraaien

Iets van dat geestelijk omdraaien werd duidelijk op Goede Vrijdag, bij de kruiswoorden. Al direct. Het eerste kruiswoord is een gebed. Vader vergeef hun want zij weten niet wat ze doen. Vergeving in plaats van vergelding, vergeving in plaats van de gewone al te herkenbare reactie van lik op stuk en zero tolerance. Geestelijk omdraaien.

Ik heb gisteren gezegd dat ik het ook heel mooi en ook heel diepzinnig vind dat met dat omdraaien van Maria Magdalena alle schilderingen in onze kerk beginnen. En ik zou er nu aan toe willen voegen dat in alle schilderingen iets van dat omdraaien te vinden is. Ik ga nu niet de hele kerk rond omdat te laten zien, maar ik kan het niet nalaten even te wijzen op die twee donkere kapellen rechts van mij, links van u, ook omdat we op onze pelgrimage op het meer gevaren hebben en op de plek zijn geweest waar de verrezen Heer in Galilea met zijn leerlingen weer eet. In die middelste kapel worden Petrus en de andere leerlingen weer geroepen. Ze waren teruggegaan naar Galilea, zoals de verrezen Heer dat aan de vrouwen had gezegd, en ze weer gaan vissen alsof ze niet drie jaar met Jezus zijn opgetrokken, alsof de verrijzenis niet gebeurd is. En ze moeten dus weer geroepen worden, ze moeten zich weer omkeren, lichamelijk en geestelijk. Geestelijk omdraaien.

Op Pinksteren houdt Petrus dus een heldere toespraak vol begrip van wat gebeurd is met Pasen. Maar als we verder lezen in de Handelingen van de Apostelen, als we de geschiedenis van die jonge kerk horen, merken we al snel dat Petrus op Pinksteren dan wel luid en duidelijk praat, maar dat ook hij keer op keer tot beter begrip moet komen. Dat hij moet ontdekken dat bij God geen onderscheid van persoon is en vooral dat hij in discussie met de andere leerlingen moet ontdekken wat dat betekent. Misschien lees ik er teveel in, maar die twee verdere ontdekkingen staan wel boven die twee donkere kappellen in onze kerk. Geestelijk omdraaien.

 

Featured Image

Preek voor de Paaswake 2023 Cenakelkerk

Foto: Arjan Bronkhorst

Herwi Rikhof

 

Gen. 1,1-2,2 /Ex. 14,15-30a / Jes. 55,1-11 / Rom. 6,3-11 / Lc. 24,1-12

Het ging erom spannen, dat was tenminste de wijdverspreide mening in de kranten op de radio en op de tv, het ging erom spannen: zou het kabinet vallen of niet. Duidelijk was dat geen van de partijen die nu de regering vormen wilde dat het kabinet zou vallen, maar zo hoorde ik keer op keer, er hoeft maar een klein foutje te gebeuren in dat debat in de Tweede Kamer iets van irritatie naar boven te komen, een verkeerd woord te vallen, of het is zover. Er werd ook elke keer bij gezegd werd waarom geen van de partijen het kabinet wilde laten vallen, omdat geen van de partijen nieuwe verkiezingen wilde. Gezien de verkiezingen voor de provinciale staten, zouden ze alle verliezen en sommige veel verliezen.

Zoals wel vaker, is er een kloof tussen wat in onze maatschappij gebeurt, in dit geval wat in de politiek gebeurt, en in onze kerk. Ik heb er wel vaker op gewezen dat bepaalde woorden die in onze maatschappij negatief klinken in onze kerk positief zijn, ‘genade’ bijvoorbeeld en ik zal zo nog een voorbeeld geven, of dat bepaalde handelingen in onze maatschappij een negatieve geur hebben, maar hier in kerk niet, bijvoorbeeld je hand op houden, het gebaar dat past bij het ontvangen van het lichaam van Christus. Zo is het ook met verkiezingen. De kloof is dat we in onze maatschappij dat gewoonlijk eens in de vier jaar doen, eens in de vier jaar voor de Tweede Kamer, eens in de vier jaar voor de provincie en eens in de vier jaar voor de gemeente maar hier in de kerk doen we het elk jaar, in de paaswake, als we onze doopbeloften hernieuwen. De kloof is ook dat God niet bang is voor die verkiezingen. Integendeel. Hij vraagt ons heel nadrukkelijk ja en amen te zeggen, weer zo’n term die in onze maatschappij negatief klinkt, maar hier niet.

Hij vraagt ons ja en amen te zeggen op wat? Op zijn programma dat is logisch, daar gaat het om in verkiezingen. Je stemt natuurlijk wel op een persoon, of op een partij, maar het gaat er wel om waar die persoon of die partij voor staat. In de lezingen van vannacht horen we waar God voor staat.

Voor de schepping, dat wil zeggen voor de goedheid en de schoonheid van de schepping, want we hebben gehoord in de eerste lezing, die lange lezing over de zeven dagen, hoe God stap voor stap, dag voor dag, uit chaos van het begin een kosmos, een goed en mooi geheel maakt.

Voor de vrijheid, want we hebben gehoord in de tweede lezing, de lezing over de uittocht, hoe God zijn volk uit slavernij naar vrijheid leidt, uit een onderdrukkend en beperkend verleden, naar een open, veelbelovende toekomst.

Voor een goede besteding van onze tijd en geld en aandacht, want we hebben in de derde lezing uit de profeet Jesaja gehoord hoe belangrijk de juiste prioriteiten zijn, hoe belangrijk eten is dat echt voedt, drinken dat echt de dorst lest, eten en drinken dat niet met geld te kopen is, geen marktwerking daar, wel met inzet en met aandacht.

En dat laatste maakt duidelijk waarom God niet bang is voor deze verkiezingen. Als we vannacht kiezen, kiezen we geen vertegenwoordigers, niet anderen die namens ons allerlei beslissingen nemen, terwijl wij op afstand toekijken, maar kiezen we onszelf, onszelf als uitvoerders van God programma. Dat klinkt door in die derde lezing uit Jesaja, dat klinkt helemaal door in de vierde lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen. Paulus gebruikt niet voor niets termen als ‘moeten’ en ‘zullen’: als consequenties van onze doop zijn we dood voor het oude en moeten we, zullen we een nieuw leven gaan leiden.

Dat God elk jaar verkiezingen wil is een motie van vertrouwen, vertrouwen in ons, dat wij ja en amen zeggen, dat wij instemmen met zijn programma en dat wij het willen uitvoeren met de hulp van zijn Geest, die over het doopwater zal komen en over ons als wij er mee besprenkeld worden.

Featured Image

Preek voor Witte Donderdag 2023 Cenakelkerk  

Herwi Rikhof

1Kor. 11,23-26 / Joh. 13,1-15

Preek voor de kinderen die op deze avond hun Eerste Communie ontvangen.

Jullie weten nog wel dat we op de loggia zijn geweest en naar het grote mozaïek hebben gekeken. Ik heb jullie toen verteld dat op het mozaïek het Laatste Avondmaal staat afgebeeld en dat een mozaïek veel werk vraagt om te maken: al die steentjes en dan al die kleuren. Mar ik weet iet meer of ik jullie ook verteld waarom dat mozaïek over het Laatste Avondmaal niet binnen in de kerk geplaatst is, zoals dat mozaïek hier achter mij, maar buiten aan de voorkant? Misschien niet, er moesten ook nog selfies met Jezus gemaakt worden foto’s gemaakt worden. De reden waarom dat mozaïek daar geplaatst is, is dat dat mozaïek soort uithangbord is. Als je in een winkelstraat loopt, kun je al vaak al van verre zien wat soort winkels er in die straat zijn: Bakker Bart, Kruidvat, C&A, of een café. Als je voor de kerk staat en je ziet dat mozaïek dan weet je dat wat in de kerk gebeurt met het Laatste Avondmaal te maken heeft.

Piet Gerrits, de kunstenaar die het mozaïek ontworpen heeft en die ook hier in de kerk alles geschilderd heeft, heeft wel een heel speciaal uithangbord gemaakt. We hebben net het verhaal gehoord over de voetwassing – dat verhaal heb ik jullie ook verteld voor we naar boven gingen. Een andere kunstenaar, Gab Smulders, heeft daar de tekening van gemaakt die op de voorkant van het boekje staat. Dat verhaal heeft Piet Gerrits niet gekozen voor dat mozaïek buiten, maar als je goed kijkt zie je wel iets van dat verhaal van de voetwassing, een beetje verborgen. Ik heb jullie gewezen op de uitgetrokken schoenen die voor de tafel op de grond liggen en op de schone voeten van de leerlingen. Maar Piet Gerrits heeft vooral wat we hebben gehoord in de eerste lezing, een verhaal dat we elke week horen, omdat ik het elke keer, heel kort vertel in het grote dankgebed, het verhaal ook dat we elke week hier doen. Want dat heeft Jezus gevraagd: dat we hem gedenken met brood en beker, dat we elke week horen wat Jezus vanavond tegen zijn leerlingen heeft gezegd ‘dat ben ik’, dat brood, die wijn, herinner me zo.

We hebben toen ook even op het koor daar gestaan en de kerk hier wat anders gezien dan wanneer je gewoon binnen komt. Van boven is goed te zien dat onze kerk een ronde vorm heeft.  En dat heeft, denk ik ook te maken met het Laatste Avondmaal. Op de afbeelding van het Laatste Avondmaal buiten zie je namelijk een half gebogen tafel. Bij andere afbeeldingen van de Laatste Avondmaal zie je vaak een lange rechte tafel, en dan zie je de leerlingen als het ware op een rij. Bij Piet Gerrits vormen ze een halve cirkel – hij wil natuurlijk het gezicht van iedereen goed laten zien en als je een hele cirkel zou tekenen, dan zie je sommigen alleen op de rug. Maar eigenlijk is het Laatste Avondmaal iets voor een ronde tafel en voor een kring, omdat iedereen erbij hoort en iedereen belangrijk is. En die kring zie je in deze kerk.

En vanavond willen we dat nog eens extra duidelijk maken. Straks staan jullie met jullie ouders in een kring – een halve kring, want de mensen in de kerk willen wel graag jullie gezichten zien – en dan krijgen jullie voor het eerst de communie. Jullie horen er dan helemaal bij en jullie mogen dan elke keer als jullie hier komen, naar voren komen, je hand op houden en dat het lichaam van Christus ontvangen.

En dat hebben we ook geoefend: hoe je de communie ontvangt. Door je hand op te houden. Dat is in het Nederlands ook een gezegde: ‘je hand ophouden’. Een gezegde met een beetje negatieve klank, zoiets als bedelen, je hand ophouden heeft de betekenis gekregen van niet goed voor je zelf kunnen zorgen. Maar hier in de kerk is je hand ophouden iets heel positiefs, iets heel goeds. Het betekent namelijk dat je open staat en klaar bent om iets te krijgen.

Contact

Centraal Parochiesecretariaat:

Hatertseweg 111

6533 AD Nijmegen

tel: 024 – 355 3630

e-mail:
parochiecentrum@h3eenheid.nl

Bereikbaar op werkdagen tussen 09.00-12.30 uur.